This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Les 2.5 Engels
Slide 1 - Slide
Lesprogramma
Recap word order
Examenplanning
Oefenen schrijfvaardigheid
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
1. What do you remember about word order?
Who
Does
What
Where
When
Slide 4 - Drag question
wiedoetwatwaarwanneer
Susan reads books at school on Friday
wie: een of meer personen
doet: werkwoord(en)
wat: geeft aan wat
waar: een plek
wanneer: een moment/tijd
Slide 5 - Slide
What is the correct word order?
We
have been practicing
word order
last week
Slide 6 - Drag question
wie
doet
wat
waar
wanneer
Word Order
timer
1:00
I
last week
a blue shirt
in the shop
bought
Slide 7 - Drag question
wie
doet
wat
waar
wanneer
Word Order
timer
1:00
Carolyn
in summer
walking
on the beach
enjoys
Slide 8 - Drag question
Jullie gaan met behulp van de tabel zoveel mogelijk nieuwe zinnen maken.
Slide 9 - Slide
We often
People never
Children sometimes
Dogs always
usually
eat the floor
sleep meat
sit on chairs
play with dolls
chocolate
balloons
Slide 10 - Slide
Maak zoveel mogelijk zinnen met de woorden uit de vier rijtjes
Slide 11 - Open question
When do you use capital letters in English?
Slide 12 - Mind map
Hoofdletters
1. Ik (I) is altijd met hoofdletter
2. Begin van de zin.
3. Quotes
4. Maanden/(feest)dagen
5. Titels
6. Namen
Slide 13 - Slide
aanhef in Engels
Slide 14 - Mind map
Afsluiting Engels
Slide 15 - Mind map
Oefen opdracht:
Peter is binnenkort jarig en jij wil graag een verassings feestje geven voor hem met al zijn vrienden.
Hiervoor heb je een kroeg bij jou in de buurt gereserveerd en wil graag dat iedereen daar om 7 uur aanwezig is, want je hebt een dansworkshop georganiseerd.
Je wil graag om 8 uur het cadeau geven na de dans workshop.
Let op de opening en afsluiting en het schrijven van de tijd