EMMV - 1BB - H2.2 Eigenschappen van stoffen

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Hoofdstuk 2: Stoffen

Ben je er al klaar voor?

1. Controleren hoe ver je al bent

2. Lessonup les doorlopen.

3. De opdrachten in de online leeromgeving van Nova NaSk MAX maken

Open nu in een ander tabblad:
NOVA NaSk MAX via magister

1. Heb ik gedaan!
2. Had ik nog niet gedaan, maar dat ga ik nu doen!

Ik heb nu alle tabbladen gesloten, behalve lessonup en Nova NaSk Max want die moeten open blijven.

1. Heb ik gedaan!
2. Had ik nog niet gedaan, maar dat ga ik nu doen!

Wat ga je vandaag doen?

1. Controleren hoe ver je al bent

2. Lessonup doorlopen.

3. De opdrachten in de online leeromgeving van Nova NaSk MAX maken.

We gaan eerst controleren hoe ver je bent!

De opdrachten van
H2 Stoffen - Introductie
zijn af.

1. De docent heeft de foute antwoorden gewist en ik heb die nu opnieuw gemaakt.
2. Ik heb net gekeken en ik zie dat ze allemaal groen zijn.
3. Ik heb niet gekeken en denk dat ik ze de vorige keer al af had.

De Lessonup van
H2.1 Stoffen thuis en op school
is af.

1. Ik heb niet gekeken, maar de vorige keer had ik die denk ik al af.
2. Ik heb net gekeken en ik zie dat ik die al gemaakt had.

De opdrachten van
H2.1 Stoffen thuis en op school
zijn af.

1. De docent heeft de foute antwoorden gewist en ik heb die nu opnieuw gemaakt.
2. Ik heb net gekeken en ik zie dat ze allemaal groen zijn.
3. Ik heb niet gekeken en denk dat ik ze de vorige keer al af had.

Vraag je docent of je verder mag met de lesson up.

Straks kan ik:

1. Uitleggen wat een stofeigenschap is.
2. Voorbeelden van stofeigenschappen geven.
   

WELKE STOFEIGENSCHAPPEN?

STOFEIGENSCHAPPEN:

Fase, kleur, geur, smaak, brandbaarheid, doorzichtigheid, giftigheid, hardheid, kookpunt en smeltpunt.

VORM en HOEVEELHEID (MASSA) zijn dus GÉÉN
stofeigenschappen

Parfum

Soldeertin

Rattengif

Lippenstift

Cola

Een stof herken je aan de stofeigenschappen.
Zet achter elke stof wat de belangrijkste stofeigenschap is.

Smeltpunt

giftigheid

smaak

geur

kleur

Hieronder staan 4 stofeigenschappen. Sleep de juiste stof naar de bekendste stofeigenschap. 

Zure smaak

Brandbaar

witte kleur

Zoete smaak

citroensap

Melk

Hout

chocola

Zijn de woorden aan de linkerkant stofeigenschappen?
Sleep ze naar het goede vak aan de rechterkant

Stofeigenschap

Geen
stofeigenschap

Vorm (vierkant / rond / ...)

Smaak

Temperatuur

Breekbaar

Geleid stroom

Je kunt een stof herkennen aan bepaalde eigenschappen. Alleen niet elke eigenschap is een stofeigenschap.

Maak de zinnen kloppend.

In de supermarkt kun je suiker kopen. Een pak suiker weegt één kilo en smaakt zoet. Het gewicht van het pak suiker is .................... stofeigenschap en de zoete smaak is .................... stofeigenschap.

geen

wel een

Maken

Ga naar magister --> online leermiddelen

Klik op NOVA NaSk MAX

Ga naar Hoofdstuk 2

Maak paragraaf 2

opdracht 1 t/m 5

Kom daarna weer hier terug

Waarom zou voor de volgende stof gekozen zijn?

Het laat geen stof door

Het glimt

Het is duurzaam

Het is doorzichtig

Wat zijn eigenschappen van metalen?

1. Glimmend en onbuigbaar
2. Glimmend, geleider en vervormbaar
3. Het zijn legeringen
4. Ze geleiden stroom en licht

Welk ijs smelt sneller? Op een metalen plaat of op een plastic bakje?

1. Allebei even snel
2. Op de metalen plaat
3. Op het plastic bakje

Staal is een sterk metaal.

1. Waar
2. Niet waar

Maken

Ga naar magister --> online leermiddelen

Klik op NOVA NaSk MAX

Ga naar Hoofdstuk 2

Maak paragraaf 2

opdracht 6 t/m 8

Vloeibaar

Vast

Gas

Vloeibaar

Vast

Gas

Waterdamp

ijs

water

Vast

Gas

Vloeibaar

Bekijk welke fase de stof (GEEL) is en sleep het naar de fase (ROOD)

Vast

Vloeibaar

Gas

regen

rijp

mist

hagel

sneeuw

Welke fase heeft de chocoladesaus?

VAST

VLOEIBAAR

GAS

Vloeibaar

Vast

Gas

Metaal

Benzine

Cola

Hout

Helium

Zuurstof

Maken

Ga naar magister --> online leermiddelen

Klik op NOVA NaSk MAX

Ga naar Hoofdstuk 2

Maak paragraaf 2

opdracht 9 t/m 12

	smeltpunt ( ℃ )	kookpunt ( ℃ )	fase (bij kamertemp.)
zwavelzuur	11	330
stikstof	-210	-196
kwik	-39	357
ijzer	1538	2750

Vul de juiste fase in (slepen) 

vast

vast

gas

vloeibaar

vloeibaar

gas

Hier was wat raars aan de hand technisch. Het sleepdoel met rode rand stond in de editor (rechts) anders dan in de tabel (links). Links is wat de leerlingen merken. 

Gevolg was dat 1 fase niet op zijn plek kon vallen. 

Na wat veranderingen in de tabel gaat het opeens wel goed... 

Maken

Ga naar magister --> online leermiddelen

Klik op NOVA NaSk MAX

Ga naar Hoofdstuk 2

Maak paragraaf 2

opdracht 13 t/m 22

Sleep de  beschrijving naar het juiste woord

Drijven

Zweven

Zinken

De dichtheid van een voorwerp is kleiner dan de dichtheid van een vloeistof

De dichtheid van een voorwerp is groter dan de dichtheid van een vloeistof

De dichtheid van een voorwerp is even groot als de dichtheid van een vloeistof

Welke stof heeft de grootste dichtheid?

Welke stof heeft de kleinste dichtheid?

Welke vloeistof heeft de ...

kleinste dichtheid

grootste dichtheid

Maken

Ga naar magister --> online leermiddelen

Klik op NOVA NaSk MAX

Ga naar Hoofdstuk 2

Maak paragraaf 2

opdracht 23

Je bent klaar

Je mag nu iets voor jezelf doen