Seksualiteit en Voortplanting toets.

1 / 39
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Prostaat
Zaadleider
Zwellichaam
Urineleider
Teelbal
Balzak
Eikel
Voorhuid
Zaadblaasje
Bijbal

Slide 2 - Drag question

De tekening geeft een cel van de mens weer.

Waar ontstaat deze cel?

A
Prostaat
B
Bijbal
C
Teelbal
D
Zaadblaasje

Slide 3 - Quiz

Het lekkere gevoel bij een zaadlozing wordt erectie genoemd.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

Zet onderstaande zinnen in de goede volgorde:
1. de zwellichamen vullen zich met bloed
2. de zaadcellen verlaten de bijballen
3. de zaadblaasjes voegen vocht toe
4. man wordt opgewonden
5. prostaat voegt vocht toe
6. de man heeft nu een erectie
7. de man heeft een zaadlozing

Slide 5 - Open question

De prostaat voegt vocht toe aan de zaadcellen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Baarmoeder
Eileider
Eierstok
Urineblaas
Urinebuis
Vagina

Slide 7 - Drag question

Hoe heet onderdeel 6?
A
Plasbuis
B
Anus
C
Vagina
D
Clitoris

Slide 8 - Quiz


Het baarmoederslijmvlies is niet altijd even dik.
Wanneer is het baarmoederslijmvlies het dikst?
A
als de menstruatie een dag bezig is
B
direct na afloop van de menstruatie
C
enkele dagen voor de eisprong
D
enkele dagen na de eisprong

Slide 9 - Quiz

Hoe lang duurt een "normale" menstruatiecyclus?
A
28 tot 30 dagen
B
24 tot 26 dagen
C
32 tot 35 dagen
D
9 maanden

Slide 10 - Quiz

In afbeelding zie je een grafiek met de groei van het slijmvlies van de baarmoederwand van een vrouw.
Op welke dagen is deze vrouw vruchtbaar?
A
Op dag 1-5.
B
Op dag 6-10.
C
Op dag 12-16
D
Op dag 16-20

Slide 11 - Quiz

Wat is een ander woord voor eisprong?
A
Evaluatie
B
Ovulatie
C
Evolutie
D
Ik vind dit een stomme vraag.

Slide 12 - Quiz

Welk orgaan stoot tijdens de menstruatie slijmvlies af?

A
De baarmoeder.
B
De eierstokken.
C
De eileiders.
D
De vagina.

Slide 13 - Quiz

Zet de zinnen over de bevruchting van een eicel in de juiste volgorde.
1
2
3
4
Een zaadcel ontmoet de eicel.
Een eicel komt vrij uit de eierstok.
De kernen van de eicel en zaadcel smelten samen.
Een eicel komt in de eileider.

Slide 14 - Drag question

Wanneer begint de zwangerschap bij een vrouw? Leg uit!!

Slide 15 - Open question


Wat gebeurt er bij innesteling?
A
Een bevruchte eicel begint zich te delen en wordt een bolletje cellen.
B
Een bolletje van delende cellen gaat vast zitten in het baarmoederslijmvlies.
C
Een bolletje van delende cellen reist naar de baarmoeder.
D
Een eicel wordt bevrucht door een zaadcel.

Slide 16 - Quiz

Veel vrouwen gebruiken tijdens de menstruatie maandverband of tampons om bloed en slijmvlies uit de baarmoeder op te vangen. Een tampon wordt in de vagina ingebracht. Welke letter in de afbeelding geeft het deel aan waarin een tampon wordt ingebracht? 
Letter:
P
Q
R

Slide 17 - Drag question

Een man en een vrouw hebben geslachtsgemeenschap. Ze gebruiken geen voorbehoedmiddelen.

In welk deel komen de zaadcellen het eerst terecht nadat ze de penis hebben verlaten?
A
Baarmoeder
B
Eileider
C
Vagina

Slide 18 - Quiz

Bij een vrouw kan in de eileiders een onbevruchte eicel worden aangetroffen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quiz

Tijdens de zwangerschap treden geen menstruaties op.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quiz

Bij de huisarts komen achter elkaar drie meisjes op het spreekuur.
Jessica heeft last van een onregelmatige en pijnlijke menstruatie.
Amber gaat binnenkort op vakantie en wil haar menstruatie uitstellen.
Linda wil geslachtsgemeenschap met haar vriend en wil niet zwanger worden.
Voor wie zou de huisarts de anticonceptiepil voor kunnen schrijven?

A
Alleen voor Jessica
B
Voor Jessica en Linda.
C
Voor Amber en Linda.
D
Alleen voor Linda.

Slide 21 - Quiz


De tekeningen in afbeelding hiernaast geven een deel van een eierstok weer op verschillende tijdstippen.
Welke tekening geeft de ovulatie weer?
A
1
B
3
C
2
D
4

Slide 22 - Quiz

Waarop berust de 'werking' van de pil ter voorkoming van de zwangerschap?
A
Dit zorgt ervoor dat zaadcellen de eicel niet kunnen bereiken
B
Het voorkomen van de innesteling van het embryo
C
Op het niet meer rijpen van een follikel door toediening van hormonen
D
Geen seks hebben in de vruchtbare periode van de vrouw

Slide 23 - Quiz

Periodieke onthouding is een betrouwbare manier van geboorteregeling.
A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quiz

Bij coïtus interruptus kan het voorvocht zwangerschap veroorzaken.
A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quiz

Het voorbehoedmiddel van afbeelding 44 (hiernaast) biedt een betrouwbare bescherming tegen zwangerschap.
A
juist
B
onjuist

Slide 26 - Quiz

De morning-afterpil moet binnen 3 dagen na de zwangerschap worden gebruikt.
A
juist
B
onjuist

Slide 27 - Quiz

Een vrouw kan op elk moment tijdens de zwangerschap een abortus ondergaan.
A
juist
B
onjuist

Slide 28 - Quiz

Bloedverlies uit de vagina buiten de menstruatieperiode om, kan wijzen op een chlamydia-besmetting.
A
juist
B
onjuist

Slide 29 - Quiz

Je kunt chlamydia oplopen door tijdens een schoolfeestje uit het glas van een ander te drinken.
A
juist
B
onjuist

Slide 30 - Quiz

Aan de hand van bepaalde ziekteverschijnselen kan een arts aids vaststellen.
A
juist
B
onjuist

Slide 31 - Quiz

Als een seropositief persoon geen ziekteverschijnselen vertoont, kan deze persoon toch anderen met het aidsvirus besmetten.
A
juist
B
onjuist

Slide 32 - Quiz

Als een man die op beide geslachten valt en hij heeft een vriend, dan hij is homo
A
waar
B
niet waar

Slide 33 - Quiz

Homoseksualiteit is …...
A
aangeboren
B
aangeleerd

Slide 34 - Quiz

De pil neem je alleen vlak voor of vlak na het vrijen.
A
juist
B
onjuist

Slide 35 - Quiz

Wat gebeurt er op dag 14 in de menstruatiecyclus?
A
Ongesteld zijn
B
Ovulatie
C
Innesteling
D
Menstruatie

Slide 36 - Quiz

Een man en een vrouw proberen niet zwanger te raken, door geen geslachtsgemeenschap te hebben tijdens de vruchtbare periode.
A
voor het zingen de kerk uit
B
periodieke onthouding
C
aanranding
D
coitus interuptus

Slide 37 - Quiz


Welk type voorbehoedsmiddel is hier weergegeven?
A
hormoonspiraaltje
B
sterilisatie
C
vrouwencondoom
D

Slide 38 - Quiz

Bescherming tegen SOA?
NIET
WEL
het condoom
vrouwencondoom
de pil
het spiraaltje
de nuvaring

Slide 39 - Drag question