Les 4, D grammaire 3havo (18-09)

Ramen
1 / 36
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Ramen

Slide 1 - Slide


Pak je werkboek, aantekeningenschrift en etui.
Ga lezen in je Nederlands boek of ga verder met je woordzoeker van vorige week.


Aujourd'hui, c'est mercredi
A3A

Slide 2 - Slide

Le programme:
- Korte overhoring leerwerk
- Datum SO
- D, grammaire het bijvoeglijk naamwoord



Slide 3 - Slide

Les buts (leerdoelen):
- Aan het einde van de les kun je het bijvoeglijk naamwoord gebruiken
- Aan het einde van de les kun je een korte autobiografie schrijven

Slide 4 - Slide

Est-ce que tout le monde est présent?
- Zijn we compleet? Wie missen we?

Slide 5 - Slide

Woensdag 25 september = SO ch.1
- vocabulaire A+B FR-NL & NL-FR (woorden in donkerblauw vlak = FR-NL)
- phrases-clés C FR-NL & NL-FR
- grammaire D bijvoeglijk naamwoord

Slide 6 - Slide

Kleine overhoring:
Wat? De woorden die op het bord komen te staan ga je vertalen.
Op welke manier? Je werkt alleen in totale stilte. Weet je een woord niet? Sla 'm over. Hierna gaan we het nakijken.

Slide 7 - Slide

1) les réseaux sociaux
2) dire
3) dankzij
4) veel plezier!
5) le temps
6) oublier
7) nu
8) de rekening
9) dichtbij

Slide 8 - Slide

Kijk je werk na met een andere kleur:
1) les réseaux sociaux de social media
2) dire zeggen
3) dankzij grâce à
4) veel plezier! amuse-toi bien!
5) le temps de tijd
6) oublier vergeten
7) nu maintenant
8) de rekening l'addition
9) dichtbij près de 

Slide 9 - Slide

Hoe ging dit?
Hoeveel had je er goed?

Slide 10 - Slide

D, grammaire 
Quoi? Ouvre le livre à la page 30

Waar gaat de grammatica over?

Slide 11 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord
Wat weet je nog van jaar 2?

Slide 12 - Slide

Introductieopdracht
Quoi? On va faire ex. 15A ensemble.

De tekst wordt voorgelezen. Onderstreep de bijvoeglijk naamwoorden   

Slide 13 - Slide

Terugblik vorig jaar:
Plaats: de meeste bijvoeglijk naamwoorden in het Frans staan achter het zelfstandig naamwoord

Vorm: er zijn uitzonderingen die een onregelmatige vorm hebben -> bon / bonne & nouveau / nouvelle & vieux / vieille

Slide 14 - Slide

Video 1+2: uitlegvideo
Quoi? Tijdens het kijken van de video focus je en stel je vragen na de video als je iets niet begrijpt.

Slide 15 - Slide

Aantekening:
Open je schrift en schrijf mee

Slide 16 - Slide

Voorbeeld: 
un .......... album ........... (premier)
une ......... chanson ......... (nouveau)

Slide 17 - Slide

Voorbeeld
un premier album (premier)
une nouvelle chanson  (nouveau)

Slide 18 - Slide

Even oefenen .... Schrijf in je schrift:
1) un .......... chanteur ............. (italien)
2) une ............. chanteuse .......... (italien)
3) une ........... femme ............. (jeune)
4) les............. hommes ........... (joli)
Kijk telkens of er sprake is van een uitzondering qua vorm of plaats!
1) Welke plaats? Voor of achter zelfstandig naamwoord?
2) Welke vorm? Basisregel of uitzondering?

Slide 19 - Slide

Even oefenen .... Schrijf in je schrift:
1) un chanteur italien (italien)
2) une chanteuse italienne (italien)
3) une jeune femme  (jeune)
4) les jolis hommes (joli)
Kijk telkens of er sprake is van een uitzondering qua vorm of plaats!
1) Welke plaats? Voor of achter zelfstandig naamwoord?
2) Welke vorm? Basisregel of uitzondering?

Slide 20 - Slide

Even oefenen...
Koppel je laptop met de LessonUp

Gebruik het stappenplan uit je aantekening

Slide 21 - Slide

Zet het b.v.n. op de juiste plek en in de juiste vorm:
la ....... maison ....... (grand)

Slide 22 - Open question

Zet het b.v.n. op de juiste plek en in de juiste vorm:
le ........ chien .......... (petit)

Slide 23 - Open question

Zet het b.v.n. op de juiste plek en in de juiste vorm:
une .......... femme .............. (italien)

Slide 24 - Open question

Zet het b.v.n. op de juiste plek en in de juiste vorm:
une .......... maison ............ (nouveau)
Denk aan de vorm!!

Slide 25 - Open question

Zet het b.v.n. op de juiste plek en in de juiste vorm:
les ........ cheveux ........... (noir)
cheveux = mnl. mv.

Slide 26 - Open question

Vragen?
Tijdens het maken van de opdrachten kun je oefenen en kom je erachter of je de theorie snapt.

Slide 27 - Slide

Au travail:
Quoi (wat)? Fais exercice 15BCD, 16BD & 17 (beschrijf personen, minstens 4x bvn.)
Comment (hoe)? Individuellement 
Questions? Overleg fluisterend met buurman/buurvrouw of steek je vinger op
Temps (tijd)? Tot het einde van de les
Prêt (klaar)? Leren voor SO van 25 september (zie Magister)

Slide 28 - Slide

Les devoirs (huiswerk):
- Faire:  exercice 15BCD, 16BD & 17
- Apprendre: phrases-clés C + aantekening grammaire D

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide