verleden tijd oefenen en oefeninterview

1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 6

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat doen we vandaag?
5 min pauze
Heeft iedereen het blog ingeleverd?

oefeninterview houden met elkaar

Verleden tijd oefenen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Inquiry questions
-Aan het einde van de les weet je wat het texttype is van een interview
-Je weet wat open en gesloten vragen zijn
-Je kunt een geschreven interview herkennen

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Soorten vragen
Er zijn twee soorten vragen: gesloten en open vragen.
  1. Gesloten vragen kun je beantwoorden met een kort antwoord, zoals 'ja' of 'nee'.
  2. Open vragen geven vaak een langer antwoord en werken daarom goed om een gesprek op gang te brengen.

Slide 4 - Slide

Een voorbeeld van een gesloten vraag is: “Vind jij katten leuke dieren?”
In de journalistiek kom je vaak open vragen tegen, zoals: “Waarom vindt u dat mensen op de SP moeten stemmen?”
Wat is een voorbeeld van een goede open vraag?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Open vragen maken
Je kunt van gesloten vragen ook open vragen maken, kijk maar:
Gesloten vraag: 
Vind jij katten leuke dieren?

Open vraag:
Wat vind jij van katten?

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Maak van de volgende vraag een open vraag:

Vind je de nieuwe iPhone mooi?

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Maak van de volgende vraag een open vraag:

Hebben jullie gezien wat er gebeurd is?

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Maak van de volgende vraag een open vraag:

Bent u blij met uw baan?

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Hoe bereid je een interview voor?
  • Maak voor jezelf een vragenlijst met de belangrijkste vragen.
  • Durf ook van je vragenlijstje af te wijken: luister goed naar de geïnterviewde en vraag door wanneer dat nodig is.
  • Schrijf in steekwoorden mee of neem het gesprek op met je mobiel.
  • Voor je weggaat: vraag na of je de naam van de geïnterviewde goed hebt gespeld.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Task interview
Bedenk vooraf minimaal 10 goede interviewvragen. 
Let op gesloten en open vragen
Wat is interessant om te horen van deze persoon?
Maak een connectie met Nederland.
Wat wil je horen van iemand die hier woont, en net als jij, uit een ander land komt?
Minimaal 2 quotes

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Interview
Minimaal 250-300 woorden
Vraag en antwoord structuur
1 quote ("....")
Duidelijke inleiding, kern en slot
Op 19 maart stuur je een mail om het interview te plannen
DEADLINE: 9 april

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Text type conventions interview
•Er wordt een register gebruikt dat past bij ieder van de geïnterviewden
•Heeft een relevante kop/titel
•Heeft een introductie en een conclusie
•Heeft een vraag- en antwoordstructuur die laat zien welke spreker wat gezegd heeft
•Is een weergave van een realistisch gesprek

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Opdracht oefeninterview 25 min
We lezen samen de opdracht.
Wat voor soort vragen stel je?
Werk samen met een klasgenoot.
Je gaat elkaar om beurten (take turns) interviewen.
Lever het papier in als je klaar bent.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Task interview 
Lees een interview hier:

Bekijk hier een voorbeeld interview met de zoon van een gastarbeider: https://www.youtube.com/watch?v=RcyZ2GD0p6c

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Verleden tijd oefenen 
Doe de oefening met de 25 meest belangrijke werkwoorden

Slide 16 - Slide

This item has no instructions