de werkwoorden haben, sein und werden tegenwoordige tijd S.375
het zwakke werkwoord tegenwoordige tijd S.376
werkwoorden met d/t tegenwoordige tijd S.377
Klinkerwissel van sterke werkwoorden S.379/380
de gebiedende wijs S.382
het bijvoegelijke naamwoord S.391
de trappen van vergelijking S.393
verleden tijd (Imperfectum en perfectum ) van “wichtige Wörter”
Lernlisten D - NL S.48/49
Wörterliste NL - D/I S.50, 51