1. Omtrek - oppervlakte - volume

Thema 4: werken met omtrek, oppervlakte en volume
1 / 85
next
Slide 1: Slide
MavoWiskunde+1Secundair onderwijs

This lesson contains 85 slides, with text slides.

Items in this lesson

Thema 4: werken met omtrek, oppervlakte en volume

Slide 1 - Slide

Leerstofoverzicht

Thema 4: werken met omtrek, oppervlakte en volume
  1. Omtrek 
  • Boek p. 91
  • Boek p. 97 - 98
  • Extra oefeningen (op papier)

Slide 2 - Slide

Wat is omtrek?
De omtrek is de totale afstand rondom een vlakke figuur.
Stel je voor dat je een touw om de rand van een vorm legt, de lengte van dat touw is de omtrek.
 





Slide 3 - Slide

Wat is omtrek?
Omtrek is dus een lengte, je drukt omtrek uit met een getal en een lengtemaat (km, m, cm, ...).

Slide 4 - Slide

Wat is omtrek?

Slide 5 - Slide

Wat is omtrek?

Slide 6 - Slide

Omtrek is eendimensionaal (1D)

Slide 7 - Slide

Omtrek is eendimensionaal (1D)

Slide 8 - Slide

Lengtematen kan je herleiden met de herleidingstabel voor lengtematen. 
STAPPENPLAN

Slide 9 - Slide

Boek p. 91 

Slide 10 - Slide

Boek p. 91 

Slide 11 - Slide

Omtrekformules
Omtrek van een rechthoek - Link

Slide 12 - Slide

Omtrekformules
Omtrek van een vierkant - Link

Slide 13 - Slide

Omtrekformules
Omtrek van een driehoek - Link

Slide 14 - Slide

Omtrekformules
Omtrek van een cirkel - Link

Slide 15 - Slide

Samenvatting

Slide 16 - Slide

Oefening p. 91

Slide 17 - Slide

Oefening p. 91

Slide 18 - Slide

Oefeningen
  • van p. 97 tot en met p. 98
  • extra oefeningen op papier (via Link)
Klassikaal of alleen

Slide 19 - Slide

Boek p. 97

Slide 20 - Slide

Boek p. 97

Slide 21 - Slide

Boek p. 97

Slide 22 - Slide

Boek p. 98

Slide 23 - Slide

Boek p. 98

Slide 24 - Slide

Boek p. 98

Slide 25 - Slide

Leerstofoverzicht

Thema 4: werken met omtrek, oppervlakte en volume
  1. Omtrek 
  2. Oppervlakte
  • Boek p. 92
  • Boek p. 99 - 100
  • Extra oefeningen 

Slide 26 - Slide

Wat is oppervlakte?
De oppervlakte is de totale ruimte binnen de randen van een vlakke figuur.

De oppervlakte meet hoeveel een vlakke figuur bedekt.

Slide 27 - Slide

Wat is oppervlakte?
Oppervlakte is het aantal vierkante eenheden (zoals vierkante centimeters) dat nodig is om de vorm te bedekken.

Slide 28 - Slide

Oppervlakte is tweedimensionaal (2D)

Slide 29 - Slide

Oppervlakte is tweedimensionaal (2D)

Slide 30 - Slide

Oppervlakte is tweedimensionaal (2D)

Slide 31 - Slide

Boek p. 92
Plaats de eenheid uiterst rechts dus in het tweede hokje.

Slide 32 - Slide

Boek p. 92
Plaats de eenheid uiterst rechts dus in het tweede hokje.

Slide 33 - Slide

Oppervlakteformules

Slide 34 - Slide

Oppervlakteformules

Slide 35 - Slide

Boek p. 82

Slide 36 - Slide

Boek p. 82

Slide 37 - Slide

Oefeningen
  • van p. 99 tot en met p. 100
  • extra oefeningen op papier (via Link)
Klassikaal of alleen

Slide 38 - Slide

Boek p. 99

Slide 39 - Slide

Boek p. 99

Slide 40 - Slide

Boek p. 99

Slide 41 - Slide

Boek p. 100

Slide 42 - Slide

Boek p. 100

Slide 43 - Slide

Samengevat:

Slide 44 - Slide

Samengevat:

Slide 45 - Slide

Leerstofoverzicht

Thema 4: werken met omtrek, oppervlakte en volume
  1. Omtrek 
  2. Oppervlakte
  3. Volume/inhoud
  • Boek p. 93
  • Boek p. 101 - 102
  • Extra oefeningen 

Slide 46 - Slide

Wat is inhoud of volume?
Het volume of de inhoud van een voorwerp is de hoeveelheid ruimte dat het voorwerp inneemt

 Het geeft weer hoeveel materiaal erin past of hoeveel vloeistof nodig is om het object volledig te vullen.

 





Slide 47 - Slide

Hoe wordt volume/inhoud uitgedrukt?
Volume druk je uit met een getal en een volumemaat (m³, dm³, cm³, ...).

Ook inhoudsmaten (l, ml, ...) geven een volume aan.
Het wordt gemeten in kubieke eenheden (bijvoorbeeld kubieke meter = m3, kubieke centimeter = cm3

Slide 48 - Slide

Hoe wordt volume/inhoud uitgedrukt?

Slide 49 - Slide

Volume/Inhoud is driedimensionaal (3D)

Slide 50 - Slide

Volume/Inhoud is driedimensionaal (3D)

Slide 51 - Slide

Volume/Inhoud is driedimensionaal (3D)

Slide 52 - Slide

Boek p. 93
Plaats de eenheid uiterst rechts dus in het derde hokje.

Slide 53 - Slide

Boek p. 93
Plaats de eenheid uiterst rechts dus in het derde hokje.

Slide 54 - Slide

Volumefomules/Inhoudformules


 





Slide 55 - Slide

Boek p. 93



Als we tot op 1 cm van de rand vullen, hoe hoog gaan we dan?

Slide 56 - Slide

Boek p. 93



Als we tot op 1 cm van de rand vullen, hoe hoog gaan we dan?

Slide 57 - Slide

Boek p. 93

Slide 58 - Slide

Oefeningen
  • van p. 101 tot en met p. 102
  • p. 94
  • van p. 103 tot en met p. 108
  • extra oefeningen 

Slide 59 - Slide

Boek p 101

Slide 60 - Slide

Boek p 101

Slide 61 - Slide

Boek p 101

Slide 62 - Slide

Boek p 102

Slide 63 - Slide

Boek p 102

Slide 64 - Slide

Boek p 102

Slide 65 - Slide

Slide 66 - Slide

Boek p. 103

Slide 67 - Slide

Boek p. 103

Slide 68 - Slide

Boek p. 103

Slide 69 - Slide

Boek p. 103

Slide 70 - Slide

Boek p. 104

Slide 71 - Slide

Boek p. 104

Slide 72 - Slide

Boek p. 104

Slide 73 - Slide

Boek p. 104

Slide 74 - Slide

Boek p. 105

Slide 75 - Slide

Boek p. 105

Slide 76 - Slide

Boek p. 105

Slide 77 - Slide

Boek p. 106

Slide 78 - Slide

Boek p. 106

Slide 79 - Slide

Boek p. 106

Slide 80 - Slide

Boek p. 107

Slide 81 - Slide

Boek p. 107

Slide 82 - Slide

Boek p. 108

Slide 83 - Slide

Boek p. 108

Slide 84 - Slide

Boek p. 108

Slide 85 - Slide