This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Herhaling paragraaf 4.1 t/m 4.3
Versnelling, kracht en arbeid
Slide 1 - Slide
Maak de juiste combinaties tussen grootheden en afkortingen: A. versnelling 1. v B. afstand 2. a C. snelheid 3. s
A
A2, B2, C3
B
A3, B1, C3
C
A2, B3, C1
D
A1, B3, C2
Slide 2 - Quiz
Wat voor soort beweging zie je in het tweede stuk (horizontale lijn)?
A
Eenparig rechtlijnige beweging
B
Eenparig versnelde beweging
C
Eenparig vertraagde beweging
D
Geen van de drie
Slide 3 - Quiz
Wat voor soort beweging zie je hiernaast?
A
Eenparig rechtlijnige beweging
B
Eenparig versnelde beweging
C
Eenparig vertraagde beweging
D
Geen van de drie
Slide 4 - Quiz
Hoe bereken je de afgelegde afstand in een (v,t)-diagram?
A
De steilheid van de grafiek
B
De oppervlakte onder de grafiek
Slide 5 - Quiz
Bereken de versnelling van de beweging hiernaast.
s2
A
0,2 meter per seconde
B
5 meter per seconde
C
0,2 meter per seconde kwadraat
D
5 meter per seconde kwadraat
Slide 6 - Quiz
Bepaal de afgelegde weg van de beweging hiernaast.
A
500 m
B
139 m
C
69 m
D
250 m
Slide 7 - Quiz
Welk voertuig hiernaast heeft de grootste traagheid?
A
Auto
B
Bus
C
Vliegtuig
D
Scooter
Slide 8 - Quiz
Een voorwerp met een massa van 100 kg beweegt volgens de grafiek hiernaast. Bereken de de resulterende kracht op het voorwerp.
s2
A
50 N
B
500 N
C
20 N
D
Te weinig gegevens
Slide 9 - Quiz
Er wordt een kracht van 200 N uitgeoefend op een object. Als de versnelling 4 m/s² is, bereken dan de massa van het object.
A
800 kg
B
50 N
C
50 kg
D
800 g
Slide 10 - Quiz
Een voorwerp valt in een vrije val vanuit een vliegtuig. Wat weten we nu van dit voorwerp?
A
De snelheid van het voorwerp
B
De versnelling van het voorwerp
C
De afstand die het voorwerp aflegt
D
We kunnen niks zeggen
Slide 11 - Quiz
Een motor van een voertuig verricht over een afstand van 500 m een gemiddelde kracht van 1000 N. Wat gebeurt er met de arbeid die de motorkracht verricht wanneer de afstand verdubbelt?