Thema 7 les 9

Thema 7 les 9
1 / 19
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 3,5,8

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Thema 7 les 9

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Het onderwerp en de persoonsvorm moeten overeen komen!

Slide 3 - Slide

De politie was/waren snel aanwezig.
A
was
B
waren

Slide 4 - Quiz

De politie 
Het is in dit geval een woord. 
Wel kunnen het meerdere mensen zijn in de betekenis maar
het is een ding dus de politie was!

Slide 5 - Slide

Een aantal kinderen was/waren te laat.
A
was
B
waren

Slide 6 - Quiz

Een aantal kinderen
Het is in dit geval een hoeveelheidswoord. 
Voorbeelden: een aantal, een groep, een kudde, een serie, een rij, een paar, een een stapel.
Dus een aantal kinderen was want het is een ding.

Slide 7 - Slide

De musea heeft/hebben een probleem.
A
heeft
B
hebben

Slide 8 - Quiz

De musea
Het lijkt op een ding.
In dit geval denk je dat het een ding is maar dit is een meervouds vorm. 
Dus de musea hebben.

Slide 9 - Slide

Wij gaan/ga oefenen!

Slide 10 - Slide

De klas ... op schoolreis (gaat/gaan)

Slide 11 - Open question

De hulpouders ... ook mee (mag/mogen)

Slide 12 - Open question

De media ... als taak informatie te vertellen. (heeft/hebben)

Slide 13 - Open question

Een drietal meisjes ... wagenziek.(zijn/is)

Slide 14 - Open question

Een aantal kinderen ... snoep gestolen.
(heeft/hebben)

Slide 15 - Open question

De leerlingen ... het warm.
(heeft/hebben)

Slide 16 - Open question

Een hoop papier ... op de grond
(ligt/liggen)

Slide 17 - Open question

Vee ... van het gras

Slide 18 - Open question

Aan de slag.
Maak 1* + 2* of 2* + 3* 
Maak de les van gisteren af.
Ga verder met je weektaak.

Slide 19 - Slide