Les 11 grammatica

Les 11 grammatica
1 / 13
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 13 slides, with text slides.

Items in this lesson

Les 11 grammatica

Slide 1 - Slide

De plek van het vraagwoord in de zin
In het Nederlands komt het vraagwoord bijna altijd vooraan in de zin.

In het Chinees komt het vrijwel altijd op de plek van het antwoord.

Slide 2 - Slide

Kijk maar!
Nǐ  duōdà?
shi'er suì.

Nǐ xǐhuān shéi?
Wǒ xǐhuān nǐ.

Shéi shì zhōngguórén?
shì zhōngguórén. 

Let dus op: shéi kan dus ook vooraan de zin komen. Hij komt op de plek van het antwoord. Plek afhankelijk van onderwerp/lijdend voorwerp.

Slide 3 - Slide

Dus: 
Wat moet je goed onthouden bij vraagwoorden in het Chinees?



Vraagwoorden in het Chinees komen op de plek van het antwoord.

Slide 4 - Slide

het vraagwoord 哪 nǎ
哪 (nǎ) betekent ‘ welk’: je gebruikt het om te vragen uit welk land iemand komt. Ook 哪 (nǎ)  komt op de plek van het antwoord.

 你 是      人
nǐ shì nǎ guó rén

 我  是            。 
wǒ shì  měi guó rén

Letterlijk: jij bent welk land mens?
Vertaling: Uit welk land kom je? / waar kom je vandaan?

Slide 5 - Slide

Test jezelf
VRAAG
Welk nieuw vraagwoord, voor 'wie' ken je nu?

Slide 6 - Slide

Test jezelf
ANTWOORD
谁 - shéi

Slide 7 - Slide

Test jezelf
VRAAG
Op welke plek in de zin komt het vraagwoord?

Slide 8 - Slide

Test jezelf
ANTWOORD
Op de plek van het antwoord: 




      是   荷兰人 ? 
shéi shì hélánrén? 

     是    荷兰人。
  tā   shì   hélánrén.

她 是 ?
tā shì shéi?

她  是     我 妈妈
Tā shì  wǒ māma

Slide 9 - Slide

TEST JEZELF
VRAAG
Wanneer gebruik je ook alweer klassewoorden?

Slide 10 - Slide

TEST JEZELF
ANTWOORD
Bij hoeveelheden: 
 三    妹妹                     Drie jonge zusjes
sān ge mèimei

  猫                            Vier katten
sì  zhī māo

Slide 11 - Slide

TEST JEZELF
VRAAG
Welk woord gebruik je voor 'twee' bij hoeveelheden?

Slide 12 - Slide

TEST JEZELF
ANTWOORD: 两 liǎng (gevolgd door klassewoord)

   两   个 爸爸        Twee vaders
liǎng ge bàba

   两    只   狗           Twee honden
liǎng zhī gǒu

Slide 13 - Slide