21221123 EZBTB-19VP01Z

21221123 EZBTB-19VP01Z Les 6 
Programma vandaag:
  • Inschrijven Centraal Examen Nederlands lezen en luisteren op 15 december a.s.
  • Examen schrijven (in de les)
  • Examen spreken (in de lessen)
  • Examen gesprekken voeren
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

21221123 EZBTB-19VP01Z Les 6 
Programma vandaag:
  • Inschrijven Centraal Examen Nederlands lezen en luisteren op 15 december a.s.
  • Examen schrijven (in de les)
  • Examen spreken (in de lessen)
  • Examen gesprekken voeren

Slide 1 - Slide

  • Betoog schrijven voor Burgerschap
  • Werkwoordspelling en Nederlandse spelling van Engelse werkwoorden
  • Oefenen voor Centraal Examen in studiemeter en op facet.onl 

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
  • Aan het einde weet je Engelse werkwoorden te benoemen die in de Nederlandse taal gebruikelijk zijn.
  • Aan het einde van de les kan je Engelse werkwoorden in de tegenwoordige- en verleden tijd op correcte wijze vervoegen.
  • Aan het einde van de les kan je Engelse werkwoorden op correcte wijze als voltooid deelwoord vervoegen. 

Slide 3 - Slide

In het Nederlands komen veel werkwoorden voor die uit het Engels komen. Je vervoegt deze werkwoorden volgens dezelfde regels als Nederlandse werkwoorden.
De persoonsvorm enkelvoud in de tegenwoordige tijd is altijd de aangepaste stam (ik-vorm) + t, behalve als ik het onderwerp is of het onderwerp je (jij) erachter staat.
 

 

Slide 4 - Slide

Voor het meervoud gebruik je het hele werkwoord.
Voor de verleden tijd enkelvoud en het voltooid 
deelwoord gebruik je ook 't ex-kofschip
De persoonsvorm in de verleden tijd eindigt op -te of -ten als de stam (hele werkwoord zonder -en) eindigt op een t, x, k, f, s, ch of p. Dat zijn de medeklinkers in taxikofschip.

Slide 5 - Slide

Eindigt de stam op een andere medeklinker, dan komt er -de en -den achter de stam.
Het voltooid deelwoord eindigt op -t als de stam (hele werkwoord zonder -en) eindigt op een t, x, k, f, s, ch of p. Dat zijn de medeklinkers in 't ex-kofschip

Slide 6 - Slide

Let op: werkwoorden die in het Engels eindigen op een -s of een -f en woorden waarvan de laatste letter van de stam klinkt als dzj of tsj mag je op twee manieren vervoegen: 

bv: leasen- golfen - bridgen
ik leasede/leasete -wij hebben geleased/geleaset
ik golfde of golfte
- wij hebben gegolfd of gegolft
ik bridgede of bridgete -wij hebben gebridged of gebridget 


Slide 7 - Slide

Let op: werkwoorden die in het Engels eindigen op een toonloze -e houden die ook in de stam. De toonloze -e hoor je niet, maar schrijf je wel.

Voor de verleden tijd kijk je naar de medeklinker voor de toonloze -e.

saven: ik save-ik savede- hij savet-hij savede wij saven 
wij saveden wij hebben gesaved


Slide 8 - Slide

Het woord kofschip gebruik je als ezelsbruggetje om tot de juiste vervoeging van werkwoorden in de verleden tijd te komen?
timer
0:20
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

De eerste stap om tot de juiste vervoeging van zwakke werkwoorden in de verleden tijd is:
timer
0:30
A
Direct naar de stam gaan
B
EN van het hele werkwoord eraf halen
C
Kijken naar de laatste letter van het werkwoord in de zin
D
Ik maak van het zwakke werkwoord een sterk werkwoord

Slide 10 - Quiz

Vorig jaar ........ (backpacken) Monique en Carla de hele zomer door Thailand.
timer
0:30
A
Backpackden
B
Backpackde
C
Backpackten
D
Backpackte

Slide 11 - Quiz

De teamleden ..... ..(brainstormen) eerder vandaag over het skills heroes evenement.
timer
0:30
A
brainstormde
B
brainstormden
C
brainstormen
D
vlogd

Slide 12 - Quiz

Hij ....... (deleten) gisteren al zijn bestanden van zijn laptop.
timer
0:30
A
delette
B
deletete
C
Deletde
D
Deleteten

Slide 13 - Quiz

Schrijf het voltooid deelwoord van de werkwoorden breakdancen / downloaden / upgraden op.
timer
1:00

Slide 14 - Open question

Schrijf de ik-vorm van de werkwoorden relaxen / whatsappen en upgraden in de verleden tijd op.
timer
1:30

Slide 15 - Open question

Oefenen examen lezen en luisteren
Zie teksten in teams.
Verder: in studiemeter en facet.onl oefenexamens Nederlands 3F.

Slide 16 - Slide