les 2F 16 januari

Luistertoets
1 / 10
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with text slides.

Items in this lesson

Luistertoets

Slide 1 - Slide

Wilkommen
-Wat moet je leren voor de toets?
-Hausaufgaben kontrollieren
-Herhaling lidwoorden
-Herhaling haben und sein
-Hausaufgaben 

Slide 2 - Slide

hausaufgaben kontrollieren
Aufgabe 3 und 4 (Seite 31 bis 33) van boek 2



Lernen Vokabeln Aufgabe 3

Slide 3 - Slide

Wat moet je leren?
Vokabeln Schritt 2 und 4.
Redemittel Schritt 2 und 4.
Bezittelijke voornaamwoorden ein en kein.
Het werkwoord "werden".
Herhaling haben en sein
Herhaling lidwoorden.

Slide 4 - Slide

1ste naamval bepaalde en onbepaalde lidwoorden.

Der und ein= mannelijk (der Mann/ein Mann)
Die und eine= vrouwelijk (die Frau/eine Frau)
Das und ein= onzijdig (Das Haus/ein Haus)
Die= meervoud (die Männer/die Frauen/die Häuser)

Slide 5 - Slide

Herhaling haben und sein
Betekenis: hebben en zijn.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Vervoeg haben en sein
Ich _____ ein Buch. (haben)
Du _____ müde. (sein)
Wir _____ einen Hund. (haben)
Er _____ aus Deutschland. (sein)
Sie _____ viele Freunde. (haben)
Ihr _____ in der Schule. (sein)

Slide 8 - Slide

antwoorden
Ich habe ein Buch.
Du bist müde.
Wir haben einen Hund.
Er ist aus Deutschland.
Sie haben viele Freunde.
Ihr seid in der Schule.

Slide 9 - Slide

Hausaufgaben
Aufgabe 5, 6 und 9 (Seite 32 bis 35)

Slide 10 - Slide