Die Lernziele dieser Stunde
schreibenJe kunt (persoonlijke) gegevens verstrekken. (A2)
Je kunt een formulier in het Duits invullen.
Je kent de verschillen tussen: der-die-das + ein-eine.
Ik ken de rangtelwoorden in het Duits.
Ik ken de bezittelijke voornaamwoorden in het Duits.