Alex is begeleider in een leefgroep voor jongeren. Met Pim, een van de jongens, raakt hij voortdurend in conflict. Pim gaat al snel de strijd aan met Alex. Alex hoeft maar iets te zeggen en Pim lijkt het al op te vatten als een aanval. Alex krijgt niet helder waar dat mee te maken heeft. Hij gaat nu een week lang na wat er precies gebeurt en maakt daar een verslag van. Zo snel mogelijk na een interactie die weer eens verkeerd afliep, schrijft hij een aantal vooraf vastgestelde punten op. Wat gebeurde er? Wat was de aanleiding? Wat deed de jongen? Hoe reageerde Alex hierop?
Welke methode gebruikt Alex?