Maak onderstaande zinnen af:
Kies uit: aanraking – brein – geluiden – gewaarwording – geuren – huid – interpretatie – lichtstralen – mond – neus ogen – oren – prikkel –prikkels – smaak – verwerking – zintuigen.
Let op: de antwoorden 3 t/m 7 zijn onderling uitwisselbaar. Daar zit geen vaste volgorde in. Hetzelfde geldt voor de antwoorden 8 t/m 12.
………………….. (1) komen binnen via verschillende ………………….. (2). Voorbeelden van zintuigen zijn: ………………….. (3), ………………….. (4),
………………….. (5), ………………….. (6) en ………………….. (7).
Voorbeelden van prikkels zijn: ………………….. (8), ………………….. (9), ………………….. (10), ………………….. (11) en …………………..(12)
Als je je bewust bent van een ………………….. (13), dan noem je dat ………………….. (14) .
Je ………………….. (15) maakt van al die informatie een compleet beeld.
De………………….. (16) van die werkelijkheid noem je de ………………….. (17).