De present simple wordt gebruikt... 1. Regelmatig: I walk to school everyday. 2. Altijd : We always walk to school. 3. Nooit: They never walk to school.
Slide 4 - Slide
Hoeveel werkwoorden stonden er in 1 zin?
Slide 5 - Open question
Present Simple vorm
De vorm van de present simple bestaat uit: 1 werkwoord. Bijvoorbeeld: I always walk to school
Let op: bij he/she/it krijgt het werkwoord een -s. Bijvoorbeeld: He always walksto school Dit wordt ook wel de shit-regel genoemd!