Over taal II

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Programma

• Lezen
• Programma
• Lesdoelen
• Nakijken
• Uitleg
• Aan de slag!
• Uitleg
• Aan de slag!

Lesdoelen

• Aan het einde van de les weet je hoe nieuwe woordvormen kan maken. 
• Aan het einde van de les weet je wat een samenstelling en afleiding zijn.
• Aan het einde van de les kan je met bijvoeglijke naamwoorden sterker maken.

Uitleg

• In het Nederlands hebben we heel veel woorden. 
• Je kan nieuwe woorden maken door bestaande woorden een beetje te veranderen.
• Dit kan je doen door samenstellingen of afleidingen te vormen. 

Wat is een samenstelling?

1. Boek + kast = boekenkast
2. Lucht + ballon = luchtballon
3. Voet + bal = voetbal
4. Politie + agent = politieagent

Wat is een afleiding?

1. Bloem -- > Bloempje
2. Kast --> Kastje
3. Missen --> gemist
4. Vissen --> gevist

Aan de slag!

• Wat? Maak opdracht 28 & 29.
• Hoe? Uit je lesboek
• Hulp? Buur of docent
• Tijd? 10 - 15 min
• Klaar? Opdracht 33 maken.

Bespreking

Trappen van vergelijking

Een bijvoeglijk naamwoord geeft een kenmerk/eigenschap bij een zelfstandig naamwoord. 

-->De grote kamer. 

Deze eigenschap kan je sterker maken door het bijvoeglijk naamwoord te veranderen. 

--> De grotere kamer. 

Aan de slag!

• Wat? Opdracht 33 maken
• Hoe? In je lesboek
• Hulp? Buur of docent
• Tijd? Tot 3 min voor einde les
• Klaar? Lezen/ander schoolwerk
• Niet af? Huiswerk