5.4 Wat houd je over? (deel 2)

• Economie
• Middelbare school
• vmbo k, g, t, mavo
• Leerjaar 2

5.4 Wat houd je over? (deel 2)

Pagina 142

Meneer mr. B.J.M. Horsch

Planning

1. Bespreken planning rest van het jaar
2. Leerdoelen
3. Huiswerk nakijken
4. Maken oefensommen
5. Nakijken
6. Terugblik leerdoelen

Belangrijk

Maandag 27 mei 2019

PW H5

Leerdoelen

Na afloop van deze les ken/kan ik ...

1. ... de omzet berekenen
2. ... de brutowinst berekenen
3. ... het nettoresultaat berekenen

Omzet berekenen

GHC verkoopt warme sjaals. Na een dag heeft GHC 10 sjaals verkocht. De sjaals kosten € 3 per stuk. Bereken de omzet op die dag.

STAPPENPLAN UITWERKING:

1. Omzet = afzet x verkoopprijs
   
2. Afzet = 10 stuks
3. Verkoopprijs = € 3
   
4. Omzet = 10 x € 3 = € 30

Omzet berekenen (2)

GHC verkoopt warme sjaals. Na een dag heeft GHC 15 sjaals verkocht. De sjaals kosten € 2 per stuk. Bereken de omzet op die dag.

STAPPENPLAN UITWERKING:

1. Omzet = afzet x verkoopprijs
   
2. Afzet = 15 stuks
3. Verkoopprijs = € 2
   
4. Omzet = 15 x € 2 = € 30

Inkoopwaarde

• = het totale bedrag dat ik in de winkel betaal voor de inkoop van de producten
• Bijvoorbeeld: ik koop tien sjaals in voor in totaal € 10

Brutowinst berekenen

In een maand heeft GHC 400 kerstengeltjes ingekocht bij de moeder van een leerling. De kerstengeltjes kosten € 2,50 per stuk bij de moeder van een leerling. Bereken de inkoopwaarde voor het GHC.

STAPPENPLAN UITWERKING:

1. Inkoopwaarde = afzet x inkoopprijs
   
2. Afzet = 400
   
3. Inkoopprijs = € 2,50
   
4. Inkoopwaarde = 400 x € 2,50 = € 1.000
   

Nettoresultaat berekenen

Het Sophianum koop kerstbrood in bij de bakker voor in totaal € 1.680. Het Sophianum verkoopt in de maand december 800 kerstbroden voor € 2,40 per stuk. De bedrijfskosten in de maand december zijn € 140 in totaal. 

Bereken het nettoresultaat voor het Sophianum in december.

1. Nettoresultaat = Brutoresultaat - bedrijfskosten
   
2. Brutoresultaat = Omzet – Inkoopwaarde
   
3. Omzet = 800 x € 2,40 = € 1.920
   
4. Inkoopwaarde = € 1.680
   
5. Brutoresultaat = € 1.920 - € 1.680 = € 240
   
6. Nettoresultaat = € 240 - € 140 = € 100
   

Oefenen

1. Maken opgaven 2, 3, 5, 6, 9, 10, 19, 22 en 23 (pagina 154 en 155)
2. Klaar? Laat zien en doe iets voor jezelf!

Wat hebben we geleerd? 

Leerdoelen

Na afloop van deze les ken/kan ik ...

1. ... de omzet berekenen
2. ... de brutowinst berekenen
3. ... het nettoresultaat berekenen