Les 3 Beperkingen en b.o.

• bewegingsonderwijs
• HBO
• Studiejaar 3

Mogelijke toetsvraag:

Waarom wordt de 'slurffase' van Mesker officieel de Antagonistische fase genoemd?

1. In die fase worden er reflexmatig bewegingen gemaakt door tegengestelde spiergroepen.
2. Omdat een olifant ook als een telganger loopt, tegengesteld aan wat wij als mensen doen.
3. Omdat een olifantenslurf ongecontroleerd beweegt
4. Omdat er afwisselend moet worden bewogen in die fase. Je moet dus alterneren!

Vragen i.v.m. opwekken interesse

Over kinderen met beperkingen op de basisschool, in relatie met de lessen bewegingsonderwijs en
de motorische ontwikkeling.

Wat is het grote probleem voor iemand met Diabetes (suikerziekte)?

1. Het tekort aan suiker
2. Het tekort aan insuline
3. Het teveel aan suiker
4. Het reguleren van het suikergehalte

Wat is er aan de hand bij een meisje met ADHD?

1. Zij is altijd heel druk
2. Zij heeft een concentratiestoornis
3. Zij heeft een gedragsprobleem
4. Zij heeft een coördinatiestoornis

Eens kijken wie deze weet?
Waar staan de letters DCD voor bij deze stoornis?

1. Disabled Cervical Disease
2. Disfunctional Cortex Disease
3. Developmental Coördination Disorder
4. Duraal Coronair Disfunctioneren

Wat is epilepsie?

1. Een stoornis van de lever
2. Een prikkeloverdracht-stoornis in de hersenen
3. een stoornis in de emotionele schors van de hersenen
4. een aftakeling van het zenuwstelsel

Wat is er aan de hand bij hemofilie?

1. Een stollingsfactor v.h. bloed ontbreekt
2. Er kunnen stolsels in de bloedvaten ontstaan
3. De zuurstof wordt niet goed overgebracht
4. De prikkel naar de zenuwbanen lopen verkeerd

Wat heeft een kind
meestal bij zich als het
astma heeft?

Wie heeft er wel eens
een aanval van
hyperventilatie gehad?

Wat is er opvallend bij een kind met het syndroom van:
Gilles de La Tourette

1. Het kind scheldt altijd
2. Het kind zegt voortdurend woorden die niet netjes zijn
3. Het kind heeft meerdere tics
4. Dit kind is heel onrustig in de klas

Down

Wie heeft er wel eens een kind

met het Syndroom van Down

in een klas meegemaakt?

Voor de motorische ontwikkeling zijn allerlei materialen nuttig.

Materiaal voor de fijne motoriek (borduren, prikken etc.)

Balanceerobjecten (pedalo / zwiepplank)

Ballon, ballen (grote kleine), pittenzakken

Maar ook bijvoorbeeld:

De hoepel benutten ter lateralisatie

(of remedial gebruiken)

Het oorspronkelijke hoepelen

Het hoela-hoepen

Beschrijf één andere vaardigheid
die je met 'n hoepel kunt doen
met jonge kinderen

                                Alleen

- ga in, uit, door, om de hoepel                      

-  laat de hoepel tollen
   (links en rechts uitvoeren) 

                    Waarom?

voorzetzels koppelen aan bewegingen

bevordering v.d. fijne motoriek
Kijk hierbij vooral naar de andere hand!!!!

Wat denk je bij een jong kind, t.a.v. de andere hand, te kunnen zien?

1. Een synkinese
2. Een slurfrest
3. Een symmetrierest
4. Een onnodige bijbeweging

               Alleen

- Houd de hoepel  zelf met één
   vinger  recht op de grond en       kruip er doorheen, maar houd
   de ene vinger stil!

Op deze foto wordt de hoepel losgelaten. Dat mag niet.

                          Waarom

Ter bevordering v.d. Lateralisatie.

- één hand houdt de hoepel stil!

- rest v.h. lichaam beweegt er
   helemaal doorheen.

                                Samen (2 tallen)

- rol de hoepel naar elkaar                

- tweetal 3 m. uit elkaar:

  zet de hoepel recht op de grond.

  Op teken wissel van hoepel zonder 
 dat er een hoepel valt.

- zelfde positie als hiervoor
  Werp de hoepel naar elkaar, zo dat
  de ander kan vangen.

                     Waarom?

fijne motoriek

bevordering v.d. lateralisatie

De coördinatie

2 schoenen per hoepel. Hoe kom je naar de overkant?

Deze oefening kan ook in de klas.
Hoe kun je dit eenvoudig activeren?

1. Werk in 5/6 groepjes van 4 kinderen
2. Gebruik 5 hoepels in de kring van 24 kinderen
3. Laat de rest toekijken als 5 kinderen het doen
4. Doe dit alleen met de brave kinderen.

Met effect rollen

Kijk naar de rechterarm.

Welke spiergroepen worden 

voor deze oefening aangesproken?

Welke spieren worden bij het
'met terugdraaiend effect' rollen
van een hoepel aangesproken?

1. de biceps en triceps
2. de schouderspieren en de bovenarmspieren
3. De onderarmspieren
4. De schouderspieren en de onderarmspieren.

Opdracht  1

Je gaat in de komende 10 min. op internet op zoek naar:

Dit ga je straks presenteren / aanvullen. 

Groep 1 --> Wat is Astma?

2 --> Wat is Hyperventilatie?

3 -->  Wat is ADHD?

4 --> Wat is DCD?

5 --> Wat is Diabetes

6 -->  Wat is Epilepsie?

7 -->  Wat is Hemofilie?

8 --> Wat is het syndroom van Gilles de La Tourette

Powerpoint

Bewegingsonderwijs 

met een beperking

         

Na de PPT

Aanvullend:

- Gilles de La Tourette

Geen enkel kind met Tourette is hetzelfde.
Diagnose:
3 tics (1 geluidstic + 2 beweegtics)

Meer mogelijke klachten:

- onrustig en soms druk (lijkt op vaak
    op ADHD)

- depressief en angstig

- slordig handschrift

- sociale stoornis

Na de PPT

Aanvullend:

- Epileptische aanval

Grand mal / Petit mal

De vallende ziekte

Hoe handelen?

- alles opzij voor schokkerige /
   slaande bewegingen.

- hoe op tong bijten voorkomen?

- na de uitval, naar huis.