4 dec. Oefenen woordjes & grammatica

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Vocabulary

Health

to be ill

to throw up

headache

black eye

feel sick

sore throat

ziek zijn

overgeven

keelpijn

blauw oog

hoofdpijn

misselijk voelen

He fell down, now his knee is swollen
Vertaal swollen

1. gebroken
2. blauw
3. opgezwollen
4. beschadigd

My ankle hurts

1. 
2. 
3. 
4. 

My favourite .... (groenten) are spinach and cauliflower

1. fruits
2. vegetables
3. leafy greens
4. beans

Which picture shows dairy products?

1. 
2. 
3. 
4. 

My sister broke her arm yesterday

1. 
2. 
3. 
4. 

I feel a lot of ...(druk) to do well in school

1. pressure
2. busy
3. outgoing
4. fear

I was drinking tea when my throat started to hurt

1. 
2. 
3. 
4. 

My brother has a very healthy .... (manier van leven)

1. living way
2. lifestyle
3. lifecycle
4. manner of life

food poisoning

dizzy

mean well

encourage

definitely

taste

voedsel vergiftiging

duizelig

proeven

aanmoedigen

goed bedoelen

absoluut

Vertaal naar het Engels
gootsteen

Vertaal naar het Engels
proeven

Vertaal naar het Engels
ijskompres

Vertaal naar het Engels
een pauze nemen

Vertaal naar het Engels
inademen

Past Continuous

Je maakt de past continuous door:

was

                                   of        +  ww   +  ing

were

Example: He was walking home from school.

                  They were walking home from school.

Past continuous

Als je wilt vertellen dat iets in het verleden voor een langere tijd aan de gang was, gebruik je de past continuous.

Om de past continuous te maken, gebruik je:

Was/were + werkwoord + ing

Was / were

Je gebruikt was bij I, he, she & it.

Je gebruikt were bij you, we & they.

Choose the correct form:
We ... (play) a game.

1. was playing
2. were playing

My sister ... (cook) dinner

1. was cooking
2. were cooking

Choose the correct form:
I ... (writing) a story.

1. was writing
2. were writing

My friends and I .... (wait) in line to get tickets for Harry Styles for over 2 hours!

1. was waiting
2. were waiting

Gebruik de past continuous
We .... (to eat) lunch at the cafeteria

Gebruik de past continuous
You .... (to talk) all afternoon

Gebruik de past continuous
The candles ... (to burn) all night

Gebruik de past continuous
I .... (to cook) my favourite vegetables for dinner

Ik kan de Past Continuous gebruiken

😒🙁😐🙂😃

3.2: Wordorder ( woord volgorde in een Engelse zin)

Goal: 

At the end of this lesson I know the wordorder of a sentence in English.

Woordvolgorde Engels

Word order

Een tekst kan uit 5 onderdelen bestaan. Zet deze in de juiste volgorde

Wie

Doet

Wat/wie

Waar 

Wanneer

Word Order

What is the correct word order?

1. Danny went to school yesterday.
2. Went Danny to school yesterday.
3. To school went Danny yesterday.
4. Danny to school went yesterday.

Put the sentence in the correct order

I

like doing

my homework

in the weekend

in my room

Put in the correct order

John

eats

hamburgers

at McDonalds 

on Saturday

Kun je nu Engelse zinnen maken in de juiste volgorde?

😒🙁😐🙂😃

Zelfstandigwerken

Finished?

Choose what you want to work on:

1. Ch 2 Grammar 3A slimstampen  (past continuous)
2. Ch. 3 Grammar 5A slimstampen (woordvolgorde)
3. Ch 2 Vocabulary  slimstampen (woordjes)

Results: I'll check online

tijdover? English essential oefenen