AGZ oncologie

Oncologie
Wat weet je al?
1 / 16
next
Slide 1: Slide
AGZMBOStudiejaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Oncologie
Wat weet je al?

Slide 1 - Slide

Wat is kanker?

Slide 2 - Mind map

Wat is het verschil tussen en goed en kwaadaardige tumor?

Slide 3 - Open question

Wat is neo-adjuvante therapie
A
Aanvullend
B
genezend
C
gericht op beter eindresultaat
D
Palliatief

Slide 4 - Quiz

Asbest is bewezen kankerverwekkend.
De oorzaak is dan?
A
een virus
B
de leefomgeving
C
de leefstijl
D
een infectieziekte

Slide 5 - Quiz

HPV kan ook kanker veroorzaken. Dit is een
A
virus
B
bacterië
C
infectieziekten
D
bijtende stof

Slide 6 - Quiz

Welk onderzoek heeft de voorkeur bij de diagnosestelling van kanker
A
ct-scan
B
mri
C
echo
D
biopt

Slide 7 - Quiz

Welk onderzoek heeft de voorkeur bij diagnose stelling als een biopt niet lukt? en waarom?

Slide 8 - Open question

Welke behandeling zal een patiënt met een T3N2M1 waarschijnlijk krijgen?

Slide 9 - Open question

Chirurgie
De tumor wordt uit het lichaam weggenomen
Soms eerst een andere behandeling nodig
Soms lukt dit niet omdat de tumor op een vervelende plaats zit
( hersenen)
Soms nabehandeling nodig

Slide 10 - Slide

Bestraling
Gerichtere aanpak van de tumor door straling
Protonenstraling nog gerichter en nauwkeuriger
Omringend weefsel wordt ook aangedaan
Zeer precies werk en moet meestal meerdere keren herhaald worden

Slide 11 - Slide

Chemotherapie
Werkt door het hele lichaam
Geeft ook veel schade aan ander weefsel
Kan gegeven worden door infuus maar ook door een spuitje in de huid of tabletten
Risicovol voor de zorgverlener en voor de zorgvrager

Slide 12 - Slide

Hormoontherapie
Bij hormoongevoelige tumoren
Vb. prostaatkanker of borstkanker
Bijwerkingen zoals vervroegd in de overgang of vrouwelijke kenmerken bij een man

Slide 13 - Slide

Immunotherapie
Het immuunsysteem van de patiënt wordt gebruikt om de kankercellen aan te vallen.
Het immuunsysteem wordt door de behandeling ondersteund of extra actief gemaakt.
Soms aanvullend bij een andere therapie

Slide 14 - Slide

Diversiteit
verschillende ziekten
verschillende behandelingen
verschillende stadia
verschillende vooruitzichten

Slide 15 - Slide

Opdracht
Maak je eindopdracht af.
Neem de gezondheidspatronen van Gordon en bedenk bij elk patroon een verpleegprobleem
Morgen bespreken we dit in de klas.

Slide 16 - Slide