Livius 2020 Bacchanalia caput e,f,g

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

somup.com

wie is mirabundo en quaerenti (r.48)

1. Hispala
2. Aebutius
3. de consul
4. Aebutius moeder

waarom is hij zo verbaasd?

wat zouden de silenda (r.49) kunnen zijn?

ancillam...accessisse (r. 49/50). Welke stilistisch middel zie je hier?

1. antithese
2. asyndeton
3. alliteratie
4. anafoor

tradi (52) is een inf. praes. pas. in een a.c.i. waar wordt beschreven wie er overhandigd wordt?

1. ut quisque introductus sit
2. victimam
3. sacerdotibus

welke woorden staan met elkaar op één lijn?

1. ululatibus, cantu, pulsu
2. ululatibus, symphoniae, cymbalorum
3. cantu, symbalorum, pulsu
4. cantu, symphoniae, tympanorum

waarom werd er zo'n lawaai gemaakt? citeer het Latijn

hoe heet het gebruik van de infinitivi orare , obsecrare (r.55)

somup.com

welke vorm is faciendum? (r.60)

op wie slaat 'se' terug?

1. Aebutius
2. zijn moeder
3. de riten

Hispalae (r.62). welk woord heeft ook op haar betrekking?

1. vitricus (r.61)
2. mulier (r.61)
3. excetrae (r.62)
4. delenimentis (r.63)

citeer de ablabs uit de laatste regel

somup.com

welke vorm is iussum?

1. ppp nom.sg.onz.
2. ppa nom.sg.onz.
3. ppp acc.sg.mnl
4. ppp. acc.sg.mnl

wie wordt bedoeld met feminam (r.70)

1. Aebutia
2. Sulpicia
3. de moeder van Aebutius

wie is het onderwerp van mitteret?

welke vorm van esse moet je aanvullen bij obortae (r.73)

1. esse
2. sunt
3. erant

a quibus minime oporteret (r.74)
Wie wordt/worden hiermee bedoeld?

illius...habere (r.62-64). Welke stilistische middelen zien jullie?

1. metafoor
2. metonymia
3. tricolon
4. climax