Voorbereiden proefwerk Petronius

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Voorbereiden proefwerk Petronius

Tekst 2, 3, 4 en 5

(Met nadruk op tekst 4 en 5)

Tekst 2, r.6
visaque pulcherimma muliere
Hoe vertaal je dit het beste?

1. Toen hij de zeer mooie vrouw zag
2. Nadat hij de zeer mooie vrouw had gezien
3. Nadat de zeer mooie vrouw was gezien
4. Toen de zeer mooie vrouw werd gezien

Hoe wordt het stilistisch middel genoemd waarbij een woord of woordgroep telkens aan het begin van een zin herhaald wordt?

Hoe wordt het stilistisch middel genoemd waarbij er sprake is van een dubbele ontkenning?

Wat wordt er bedoeld met de inhoud van tekst 3, r.13-14?

1. Iedereen luistert onvrijwillig, wanneer hij gedwongen wordt te eten of te slapen
2. Niemand luistert onvrijwillig, wanneer hij wordt gedwongen te eten of te leven
3. Niemand luistert vrijwillig, wanneer hij gedwongen wordt te drinken of te leven
4. Iedereen luistert vrijwillig, wanneer hij niet gedwongen wordt te eten of te leven

Tekst 4, r.2-3
Quibus blanditiis impetraverat miles ut matrona vellet vivere
Klopt dit statement?

1. Ja
2. Nee

Citeer uit tekst 4, r.1-6 het Latijnse tekstelement waaruit blijkt dat de soldaat niet als enige verantwoordelijk is voor het overtuigen van de vrouw

Waarnaar verwijst isdem (Tekst 4, r.3)? Citeer het Latijnse tekstelement

Tekst 4, r.9
Quid diutius moror?
Waarom zegt de spreker dit?

1. Hij vindt zijn verhaal te lang worden
2. Hij vindt dat de woorden van de slavin niets toevoegen aan het verhaal
3. Hij probeert hier spanning op te bouwen
4. Hij wil graag naar de juicy bits van het verhaal

Ne hanc quidem partem corporis mulier abstinuit (Tekst 4, r.9-10)
Welk lichaamsdeel had de vrouw al eerder vrijgegeven? Antwoord met één woord

Tekst 4, r.13
videlicet
Waarom is dit zo natuurlijk?

1. De vrouw had van de grafkamer een huis gemaakt
2. De vrouw wilde haar kuise reputatie hooghouden
3. De vrouw wilde privacy met de soldaat
4. De vrouw wilde niet het uitzicht van de kruisen

Tekst 5, r.4-5
unius cruciarii parentes detraxere pendentem
Citeer het Latijnse tekstelement waaruit blijkt dat ouders dit konden doen

Tekst 5, r.7-10
Noteer uit deze regels een ACI (baseer je alleen op wat er in het Latijn staat). Noteer je antwoord als: A = ..., I = ...

Wat voor soort nominale werkwoordsvorm is expectaturum (Tekst 5, r.9)

1. ppa
2. ppp
3. gerundium
4. pfa

In welke regels geeft de vrouw de oplossing voor het probleem?

1. r.12-13 (Mulier t/m pudica)
2. r.13-15 (Nec t/m spectem)
3. r.15-16 (Malo t/m occidere)
4. r.17-18 (secundum t/m affigi)

Conjunctivus!

Geef van de volgende conjunctivusvormen aan waarom deze gebruikt is. Je hebt telkens 30 sec. Succes ;)!

Tekst 4, r.3
vellet

1. gevolg
2. doel
3. twijfel
4. afh. vraag

Tekst 5, r.9
accidisset

1. twijfel
2. afh. vraag
3. aansporing
4. verbod

Tekst 5, r.13
sinant

1. afh. vraag
2. verbod
3. aansporing
4. wens

Tekst 5, r.20
isset

1. afh. vraag
2. twijfel
3. gevolg
4. doel