Paragraaf 2: Leestekens

Welkom!
Leg NieuwNederlands alvast op tafel.
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom!
Leg NieuwNederlands alvast op tafel.

Slide 1 - Slide

Terugblik
Herhaling: wat weet je nog van spelling klas 1?


Slide 2 - Slide

Spelling
Paragraaf 2: Leestekens

Waarom zijn leestekens belangrijk?

Slide 3 - Slide

Een punt - herhaling
Een zin is vaak een mededeling. Na iedere mededeling zet je een punt.

De jongens fietsten hard naar school. Ze waren bijna te laat.
De leerlingen pakten snel hun tas in. Ze moesten naar de volgende les.

Slide 4 - Slide

Een komma - herhaling
Je kunt twee mededelingen aan elkaar koppelen door een voegwoord (als, doordat, maar, nadat, omdat, want, zodat, zodra)

De jongens fietsten hard naar school, want ze waren bijna te laat.
De leerlingen pakten snel hun tas in, want ze moesten naar de volgende les.

Slide 5 - Slide

Een komma - herhaling
Soms begint een zin met een voegwoord. Dan komt er verderop in de zin een komma. Vaak tussen twee persoonsvormen.

Omdat ze bijna te laat waren, fietsten de jongens erg snel.
Nadat hij haar zag, raakte hij in paniek.

Slide 6 - Slide

Punten en komma's  
Kort gezegd:

- Achter een zin zet je een punt;
- Achter een vraagzin zet je een vraagteken;
- Zet een komma tussen twee persoonsvormen;
- Zet voor voegwoorden een komma;
- Zet geen komma voor en / of.

Slide 7 - Slide

Nieuwe stof
Dubbele punt


Aanhalingstekens



Slide 8 - Slide

Dubbele punt
- Vóór een opsomming
- Vóór een citaat
- I.p.v. komma + want

Slide 9 - Slide

Dubbele punt
- Vóór een opsomming

Je kunt er van alles doen: skiën, skeeleren, eten.


Slide 10 - Slide

Dubbele punt
- Vóór een citaat

De docent zei: 'Jullie hebben na de vakantie een podcast in te leveren.'


Slide 11 - Slide

Dubbele punt
- I.p.v. komma + want

Ik kies voor Dingstede: het is een mooie school met leuke docenten Nederlands.

Slide 12 - Slide

Aanhalingstekens
- Vóór een citaat, let op de overige leestekens!


Slide 13 - Slide

Aanhalingstekens
'Kijk, daar is de docent al', zei de leerling.
'Als je op tijd bent', zei de docent, 'heb je geen huiswerk.'
'Heeft iemand mijn boek?' vroeg hij.

Slide 14 - Slide

Aanhalingstekens
- Wanneer je een woord letterlijk bedoelt en niet te de betekenis

Schrijf je 'smikkelen' met één of twee k's?

Slide 15 - Slide

Opdracht
> Alles van tafel, alleen je etui mag je houden.

Slide 16 - Slide

Tijd over?
> Creatief schrijven, maak opdracht een tekst van ca. 250 woorden zonder leestekens.

> Af? Laat een klasgenoot leestekens toevoegen.

Slide 17 - Slide