Bloed

Goedemiddag!
Fijn dat jullie er zijn.
Pakken jullie Lesson Up er vast bij?
1 / 18
next
Slide 1: Slide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quiz, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Goedemiddag!
Fijn dat jullie er zijn.
Pakken jullie Lesson Up er vast bij?

Slide 1 - Slide

Programma van deze les
  1. Toets
  2. Introductie komende periode
  3. 4.1: Bloed
  4. Afsluiting met kort filmpje en gezamenlijk maken opdracht

Slide 2 - Slide

Toets
  • Toetsbespreking
  • Mogelijkheden om je cijfer op te halen 

Slide 3 - Slide

Komende periode
  • Keuze tussen werken uit werkboek of werken met de digitale methode
  •  Ik heb een nieuwe klas aangemaakt in de digitale methode. De code is: 679334 

Slide 4 - Slide

Bloed
Leerdoelen
4.1.1 Je kunt de bestanddelen van bloed noemen met hun kenmerken en functies.

Slide 5 - Slide

Bloed
  • Een volwassene heeft 5 tot 6 liter bloed
  • Samenstelling: 55% bloedplasma,  45% rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes.
  • Functie: Vervoer van alles wat je lichaam nodig heeft om te functioneren, zoals: zuurstof, voedingsstoffen en warmte.
  • Functie 2: afvoer van afvalstoffen zoals CO2.

Slide 6 - Slide

Bloedcellen 3600x vergroot

Slide 7 - Slide

Met wat voor microscoop is deze foto gemaakt?
A
TEM (transmitting electron microscope)
B
SEM (scanning electron microscope)
C
Lichtmicroscoop
D
Telescoop

Slide 8 - Quiz

Bloedplasma
  • Samenstelling: 91% water, 7% plasma-eiwitten, 2% opgeloste stoffen, zoals zouten en mineralen
  • Een van de eiwitten is fibrinogeen, deze heeft een functie in de bloedstolling.

Slide 9 - Slide

Rode bloedcellen
  • Vorm: kleine, ronde schijfjes, in het midden wat platter dan aan de rand. Geen celkern aanwezig.
  • +- 5.000.000 bloedcellen per 1 mm3 bloed
  • Functie: zuurstof vervoeren met behulp van eiwit hemoglobine. Dit eiwit kan zuurstof opnemen, maar ook weer afgeven.

Slide 10 - Slide

Witte bloedcellen
  • Wel een celkern, geen vaste vorm, waardoor ze door de wanden van de kleinste bloedvaatjes kunnen.
  • +- 7.000 per mm3 bloed
  • Functie: onschadelijk maken van ziekteverwekkers. 

Slide 11 - Slide

Bloedplaatjes
  • Bloedplaatjes zijn geen cellen, maar stukjes van uiteengevallen cellen. Ze hebben dus geen celkern.
  • +- 300.000 per mm3 bloed.
  • Functie: bevatten stoffen die zorgen dat bloed stolt als het buiten een bloedvat komt.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Zelfstandig werken
Wat: Paragraaf 3.1 opdr. 1 t/m 6 en 8 en 9
Hoe: Eerste 5 minuten stil en zelfstandig, geen vragen (rood). Daarna mag je zacht overleggen met je buur. Heb je een vraag, steek dan je hand op (oranje).
Tijd: tot 13:45
Klaar?: Maak opdracht 10 ook (samenhang opdracht) of
Maak alvast een samenvatting van de paragraaf


Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Vraag 7: trombose
a. Waarom is trombose juist in het hart of de hersenen zo gevaarlijk?

Slide 16 - Slide

Vraag 7: trombose
Patiënten met trombose moeten medicijnen slikken.

b. Welke neveneffecten kunnen deze medicijnen hebben? Leg je antwoord uit.

Slide 17 - Slide

Volgende les
Gaan we het hebben over de bloedsomloop.

Heb je de opdrachten niet af? Noteer ze als huiswerk:
Paragraaf 3.1 opdr. 1 t/m 6 en 8 en 9

Slide 18 - Slide