Hoe maak je de futur simple?
INF + de uigangen : (ai, as, a, ons, ez, ont)
demander = Ils demanderont (zij zullen vragen)
choisir = Nous choisirons (wij zullen kiezen)
finir = Il finira (hij zal eindigen)
partir = Vous partirez (= jullie zullen vertrekken)