Les 9, H grammaire (10-04) 2vwo


Pak je werkboek, aantekeningenschrift en etui.

Ga lezen in je Nederlands boek of ga verder met een oude woordzoeker.


Aujourd'hui, c'est jeudi
H2B, A2A, G2A
1 / 25
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson


Pak je werkboek, aantekeningenschrift en etui.

Ga lezen in je Nederlands boek of ga verder met een oude woordzoeker.


Aujourd'hui, c'est jeudi
H2B, A2A, G2A

Slide 1 - Slide

Le programme:
- Grammaire H
- Au travail -> nakijken huiswerk + opdrachten maken


Slide 2 - Slide

Les buts (leerdoelen):
- Aan het einde van de les...
1) kun je op verschillende manieren een vraag stellen
2) kun je iemand over sport en gezondheid interviewen

Slide 3 - Slide

Est-ce que tout le monde est présent?
- Zijn we compleet? Wie missen we?

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Grammaire H
Een vraag stellen (met een vraagwoord)

Ouvre le livre à la page 36
Tu aimes la pizza?
Est-ce que tu aimes la pizza?

Verschillende manieren om een vraag te stellen:

Slide 7 - Slide

Voorbeeld:
Tu es malade?
Est-ce que tu es malade?

Slide 8 - Slide

Vidéo 1 & 2
Kijk mee en luister mee.

Slide 9 - Slide

Even oefenen...

Slide 10 - Slide

Maak de zin vragend met 'est-ce que'
Tu habites à Paris?

Slide 11 - Slide

Maak de zin vragend met 'est-ce que'
Est-ce que tu habites à Paris?

Slide 12 - Slide

Let op:
De vraagwoorden moet je uit je hoofd leren

Slide 13 - Slide

Maak de 2 zinnen compleet. Kies uit 'où' / 'qui'
1) Votre école est ......... ?
2) C'est ......... ton père?

où = waar
qui = wie

Slide 14 - Slide

Maak de 2 zinnen compleet. Kies uit 'où' / 'qui'
1) Votre école est (waar) ?
2) C'est qui ton père (wie) ?

Slide 15 - Slide

Questions?
Samenvatting:
optie 1 = ?
optie 2 = est-ce que + de zin

Slide 16 - Slide

Au travail:
Quoi? Via Magister krijg je de antwoorden van het huiswerk. Dit ga je zelf nakijken. Klaar? Maak ex. 30BCD, 31ABD (kies welk vraagwoord in de zin past)
Comment? Ga zelfstandig aan het werk en overleg fluisterend
Prêt (klaar)? Ga online Slim Stampen phrases-clés G / werken aan ander vak


Ex. 31D = vergelijkbaar met toets

Slide 17 - Slide

Les devoirs (huiswerk):
- Faire: ex. 30BCD, 31ABD
- Apprendre: grammaire H -> vertalingen vraagwoorden

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide