Skills medicatie

1 / 20
next
Slide 1: Slide
skillsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Wat is een bijwerking van het medicijn?
A
Je hebt meer nodig voor het zelfde effect
B
Ophoping van de medicatie
C
Je kan niet meer zonder het medicijn
D
je krijgt last van een vreemde werking

Slide 7 - Quiz

Wat is Gewenning bij medicatie?
A
Je hebt meer nodig voor het zelfde effect
B
Ophoping van de medicatie
C
Je kan niet meer zonder het medicijn
D
je krijgt last van een vreemde werking

Slide 8 - Quiz

Wat is Verslaving bij medicatie?
A
Je hebt meer nodig voor het zelfde effect
B
Ophoping van de medicatie
C
Je kan niet meer zonder het medicijn
D
je krijgt last van een vreemde werking

Slide 9 - Quiz

Wat is cumulatie bij medicatie?
A
Je hebt meer nodig voor het zelfde effect
B
Ophoping van de medicatie
C
Je kan niet meer zonder het medicijn
D
je krijgt last van een vreemde werking

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Juiste tijd
Juiste persoon
juiste medicijn
juiste dosis
juiste toedieningswijze
Als het medicament vier keer per dag gegeven moet worden, zorg er dan voor dat het steeds op dezelfde tijd gebeurt, anders heeft het minder effec
Controleer de voor en achternaam van de zorgvrager
 controleer altijd de naam van het medicament op het etiket.
Controleer zorgvuldig of de juiste dosis op het etiket vermeld is
Ga altijd goed na hoe het medicijn moet worden toegediend

Slide 15 - Drag question

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Welk medicijn kan je enteraal toedienen?
A
Tabletten
B
drankjes
C
Injecties
D
zalf

Slide 18 - Quiz

Welk medicijn kan je parentaal toedienen?
A
Tabletten
B
Injecties
C
Zalf
D
Drankjes

Slide 19 - Quiz

Wat vonden jullie van de les?
010

Slide 20 - Poll