2. Vraagstukken - Argumenten bedenken

Vorige les
Opdracht 4 & 6 gemaakt?  
We nemen ze samen door, druk op de vinkjes als je wilt nakijken
4: Klimaatverandering
6: Welk actueel vraagstuk heb jij gevonden? 

VRAAGSTUKKEN
HERKENNEN
1 / 12
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Vorige les
Opdracht 4 & 6 gemaakt?  
We nemen ze samen door, druk op de vinkjes als je wilt nakijken
4: Klimaatverandering
6: Welk actueel vraagstuk heb jij gevonden? 

VRAAGSTUKKEN
HERKENNEN

Slide 1 - Slide

VRAAGSTUKKEN - Argumenten bedenken
Methode M

Slide 2 - Slide

Lesdoelen: Argumenten bedenken:
  1. Weten wat een standpunt is en wat argumenten zijn.
  2. Uitleggen hoe je een standpunt kunt innemen met behulp van argumenten.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Lees de tekst maak de opdracht 
in Methode M

Opdracht 1


  • In Nijmegen willen ze lachgas verbieden. Ben jij het hiermee eens?

Vul je antwoord in op Methode M - je krijgt 3 minuten de tijd


Slide 5 - Slide

Ik vind dat het gebruik van lachgas voor mensen onder de 18 verboden moet worden, omdat:

  1. Argument 1. Het schadelijk is voor je gezondheid. Zeker voor jonge mensen.
  2. Argument 2. Er bij jongeren vaker sprake is van groepsdruk: als je geen lachgas gebruikt ben je niet stoer.
  3.  Argument 3. In de samenleving andere mensen last hebben van het gebruik van lachgas.



Slide 6 - Slide

Opdracht 2:
a. Bevat jouw antwoord in opdracht 1 een goed argument? 
b. Stel je voor, je bent VOOR een verbod op lachgas voor jongeren onder de 18 jaar. Bedenk een argument met het onderwerp veiligheid. 
c. Stel je voor, je bent TEGEN een verbod op lachgas voor jongeren onder de 18 jaar. Bedenk een argument met het onderwerp vrijheid.
d.  Ben jij VOOR of TEGEN een verbod op lachgas voor jongeren onder de 18 jaar? 
Gebruik een nieuw argument.

Vul je antwoord in op Methode M - je krijgt 8 -10 minuten 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Opdracht 4:
a.  Bedenk een argument waarom het goed is dat de overheid onderdak biedt aan asielzoekers.

b.  Bedenk een argument waarom het niet goed is dat de overheid onderdak biedt aan asielzoekers.

c. Wat is jouw standpunt? Leg uit waarom je dit vindt. 

Vul je antwoord in op Methode M - je krijgt 8 -10 minuten 

Slide 9 - Slide

Opdracht 5
Ga in tweetallen of drietallen oefenen met argumenteren. Om de beurt een poging doen, de andere 1 a 2 personen luisteren en besluiten samen of de argumenten voldoende zijn om de 10.000 euro te geven. 
  

1. Ik heb 10.000 euro voor één van jullie! Alleen diegene die de ander(en) het beste kan overtuigen waarom die persoon die 10.000 euro moet hebben, krijgt het.
2. Bedenk voor jezelf dus een aantal redenen (argumenten) waarom jij vindt dat jij die 10.000 euro moet krijgen.
3. De anderen bepalen met unanimiteit (iedereen moet het met elkaar eens zijn en je mag niet op jezelf stemmen) wie het geld krijgt. Wanneer je in één ronde er niet samen uitkomt, begin je een nieuwe ronde met argumenten.


Slide 10 - Slide

Opdracht 3 
Je weet nu hoe het moet! Voor volgende week: 

Thuis maken om te oefenen - dit word je huiswerk, word genoteerd in SOM bij de volgende les. 

Slide 11 - Slide

Lesdoelen: Argumenten bedenken:
  1. Weet je wat een standpunt is?
  2. Weet je wat argumenten zijn?
  3. Kun je uitleggen hoe je een standpunt kunt innemen met behulp van argumenten?

Slide 12 - Slide