This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Woordbenoemen 2hvb
(herhaling brugklas)
Deze les gaan we woordsoorten herhalen.
Slide 1 - Slide
Wat is een voorbeeld van een lidwoord?
A
de
B
dit
C
deze
D
een
Slide 2 - Quiz
'een' is een:
A
Bepaald lidwoord
B
Onbepaald lidwoord
Slide 3 - Quiz
Een zelfstandig naamwoord geeft een mens, dier of ding aan
A
waar
B
niet waar
Slide 4 - Quiz
Wat zijn voorbeelden van zelfstandig naamwoorden
A
'Claire' in:
'Claire eet een koekje'
B
'De bakker' in:
'Het koekje is door de bakker gemaakt'
C
'trouwring' in:
'Haar trouwring is te klein'
D
'Lekker' in:
'Het koekje is lekker'
Slide 5 - Quiz
Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
Slide 6 - Open question
Selecteer een voorbeeld van een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
A
De gouden ring
B
De goedkope tas
C
De gebakken taart
D
Een katoenen overhemd
Slide 7 - Quiz
Wat is het verschil tussen een persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord?
Slide 8 - Open question
Selecteer de voorbeelden van voorzetsels
A
Met
B
Naast
C
Omdat
D
Van
Slide 9 - Quiz
Selecteer een voorbeeld van een koppelwerkwoord
A
Slide 10 - Quiz
HUISWERK
Je gaat aan de slag met de online opdrachten in de lesmethode. Je gaat naar ---> Grammatica --> §2 WS Herhaling leerjaar 1 hv --> je maakt opdrachten 1, 8, 9 en 10.