Feodalisme

Feodalisme 
1 / 13
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with text slides.

Items in this lesson

Feodalisme 

Slide 1 - Slide

Inhoud les
Opdrachten 
opdracht 4 t/m 12
Herhaling
Uitleg
Opdrachten

Slide 2 - Slide

Opdrachten
4 a: Germaanse volken die niet christelijk waren.
4 b: De Romeinen vonden deze barbaren maar vreemde mensen met andere gebruiken en een andere taal. Ze vonden ook dat ze niet goed verzorgd waren.
4 c: Clovis veroverde gebieden die vroeger Romeins waren. Mensen die daar leefden waren al christelijk. Hij werd christelijk om de mensen over wie hij regeerde gerust te stellen en te laten zien dat hij zich wilde aanpassen. Ook werd het christelijke geloof geassocieerd met beschaafde, niet-barbaarse, volken.
5:

Slide 3 - Slide

Opdrachten
6 a: Als de Slag bij Poitiers gewonnen was door de Arabieren, zou een groter deel van Europa nu misschien islamitisch zijn.
6 b: Eigen antwoord. Bijvoorbeeld: Ik vind dat de slag niet beslissend is geweest, want ook al zouden de Arabieren gewonnen hebben, dan zouden ze misschien later weer verslagen zijn.
7: Karel Martel - Slag bij Pointiers gewonnen. Pepijn de Korte - koning van de Franken. Karel de Grote - Frankische Rijk enorm groot gemaakt en gekroond tot keizer
8 a: Het waren christelijke rijken.
8 b: De Byzantijnse keizer vond het niet prettig dat er nog een machtig keizerrijk ontstond in Europa. Hij vond dat hij de enige overgebleven keizer was na de val van het Romeinse Rijk.
9 a: Een zwaard.
9 b: Het betekent dat hij een goede en strijdvaardige (leger)leider was. Dat was ook te zien aan zijn nieuw veroverde gebieden.
9 c: Hij heeft de wereld in zijn handen. Hij veroverde dus de hele wereld (of een groot deel daarvan).
9 d: Zijn kroon.


Slide 4 - Slide

Opdrachten
10: Karel de Grote was zelf christelijk. Hij dacht dat mensen die niet christelijk waren niet zouden gehoorzamen aan een christelijke vorst. Daarom bekeerde hij iedereen. 

11 a: Zijn rijk was erg groot en in de gebieden die hij had veroverd waren volken niet zomaar bereid hem te gehoorzamen.
11 b: Hij liet wetten van overwonnen volken opschrijven en aanvullen met Frankische regels waaraan zij zich moesten houden. Hij liet brieven schrijven waarin stond hoe geestelijken en edelen in de kerk, het rijk en de koning moesten dienen. Koninklijke gezanten reisden door het rijk om te controleren of zij zich aan de regels hielden.

12: De overwonnen volken hielden een deel van hun oude wetten. Karel gebruikte daarnaast een systeem van rondreizende gezanten die ook in het Romeinse Rijk gebruikt werd.


Slide 5 - Slide

Herhaling
Waarom wilde Clovis zich tot het christendom bekeren?
Waarom hebben de Franken en Arabieren strijd met elkaar?
Welke drie grote rijken bestaan er in 800 in Europa?
Welke geloven en politiek hebben deze rijken?
Hoe gaan deze rijken met elkaar om?

Slide 6 - Slide

Feodalisme
Karel de Grote  verdeelde zijn land in provincies. In iedere provincie werd een graag ingesteld om te helpen bij het besturen. Deze graven werden zijn volgelingen door trouw te zweren aan de koning. In ruil hiervoor kregen ze een stuk land in leen. Deze manier van besturen heet het leenstelsel of feodalisme.
Volgelingen leenden weer stukken land uit aan ridders. Zo werd de verdediging geregeld. Op het land werkten horigen.

Slide 7 - Slide

Verdeeldheid
In 843 werd het rijk van Karel de Grote opgedeeld onder zijn drie kleinzonen. Dit was een keerpunt: in plaats van eenheid zou er steeds meer verdeeldheid komen. Na 843 werden koningen in Europa steeds minder machtig. Hun volgelingen gingen het geleende land als eigen aanschouwen. Ze gaven het land als erfenis door aan hun zonen. De graven bouwden grote burchten waarin ze zich veilig voelden. Koningen konden steeds minder tegen hun volgelingen op. Dit noem je feodale versnippering.

Slide 8 - Slide

Kaliefen
Vorsten stuurden ambassadeurs naar elkaar, met kostbare geschenken. Zo hielden ze elkaar te vriend. Karel de Grote stuurde vele ambassadeurs naar het Arabische Rijk. Zo onderhield hij contact met de kalief (=opvolger).

Over de opvolging van Mohammed ontstond ruzie. Sommigen vonden dat een familielid de opvolger van de profeet moest worden.  Anderen vonden dat dit ook buiten de familie van Mohammed kon. De moslims raakten verdeeld in sjiieten (familielid) en soennieten (anderen).

Slide 9 - Slide

Opvolging
Na de dood van Mohammed volgden vier mannen hem op die met hem hadden samengewerkt. Latere kaliefen kwamen uit machtige, aanzienlijke families (adel). De zoon van de kalief volgde zijn vader op. Zo vormde er een vorstenhuis

Machtige families kwamen soms in opstand. Na een burgeroorlog nam een nieuwe familie de macht over.

Slide 10 - Slide

Wetenschap
De Haroen al-Rasjid familie was de tweede heersersfamilie na Mohammed. Deze familie liet Bagdad bouwen als nieuwe hoofdstad. Bagdad werd een grote en intellectuele stad. Kalief Haroen bouwde 'Het huis van de Wijsheid'. Hier werden wetenschappelijke boeken verzameld uit het Byzantijnse en Griekse rijk. De Arabieren waren de belangrijkste wetenschappers van de wereld. 

Slide 11 - Slide

Emirs
De kalief kon zijn enorme rijk niet alleen besturen. De kalief benoemde in zijn provincies emirs als gouverneurs. Emir betekend 'commandant' of 'aanvoerder'. Net als in hertogen in Europa, waren niet alle emirs trouw. De emir van Cordoba (Spanje) benoemde zichzelf als kalief. In Spanje ontstond zo een onafhankelijk islamitisch rijk. Ook in andere gebieden gingen emirs hun eigen gang. 

Slide 12 - Slide

Huiswerk
Handboek blz. 40 t/m 41
Werkboek blz. 45 t/m 46
Opdracht 13 t/m 17

Klaar? Portfolio

Slide 13 - Slide