This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Items in this lesson
Blok 5 Over Taal
5.10 kijk naar taal
- leenwoorden
- Moedertaal/dialect/ groepstaal/chattaal
Slide 1 - Slide
Leenwoorden
Slide 2 - Slide
Oefenen met leenwoorden
Weet jij uit welke taal het leenwoord komt?
Slide 3 - Slide
Uit elke taal komt het woord:
spaghetti
A
Italiaans
B
Frans
C
Engels
D
Chinees
Slide 4 - Quiz
Uit elke taal komt het woord:
t-shirt
A
Italiaans
B
Frans
C
Engels
D
Chinees
Slide 5 - Quiz
Uit elke taal komt het woord:
cadeau
A
Italiaans
B
Frans
C
Engels
D
Chinees
Slide 6 - Quiz
Uit elke taal komt het woord:
croissant
A
Italiaans
B
Frans
C
Engels
D
Chinees
Slide 7 - Quiz
Uit elke taal komt het woord:
WhatsApp
A
Italiaans
B
Duits
C
Engels
D
Indonesisch
Slide 8 - Quiz
Uit elke taal komt het woord:
sowieso
A
Italiaans
B
Duits
C
Engels
D
Indonesisch
Slide 9 - Quiz
Uit elke taal komt het woord:
saté
A
Italiaans
B
Duits
C
Engels
D
Indonesisch
Slide 10 - Quiz
Uit elke taal komt het woord:
Computer
A
Italiaans
B
Duits
C
Engels
D
Indonesisch
Slide 11 - Quiz
Uit elke taal komt het woord:
toko
A
Italiaans
B
Duits
C
Engels
D
Indonesisch
Slide 12 - Quiz
Uit elke taal komt het woord:
chillen
A
Italiaans
B
Duits
C
Engels
D
Indonesisch
Slide 13 - Quiz
Uit elke taal komt het woord:
champignon
A
Frans
B
Chinees
C
Arabisch
D
Turks
Slide 14 - Quiz
Uit elke taal komt het woord:
wok
A
Frans
B
Chinees
C
Arabisch
D
Turks
Slide 15 - Quiz
Uit elke taal komt het woord:
toilet
A
Frans
B
Chinees
C
Arabisch
D
Turks
Slide 16 - Quiz
Uit elke taal komt het woord:
koffie
A
Frans
B
Chinees
C
Arabisch
D
Turks
Slide 17 - Quiz
Uit elke taal komt het woord:
cijfer
A
Frans
B
Chinees
C
Arabisch
D
Turks
Slide 18 - Quiz
Kijk naar taal - Talen
Nederlands is de officiële taal van Nederland. Dit is de taal die je op school leert. Voor veel mensen in Nederland is het Nederlands niet hun eerste taal.
Moedertaal
Dialect
Groepstaal
Chattaal
Slide 19 - Slide
Kijk naar taal
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Video
Slide 22 - Video
Welke chattaal woorden gebruik jij vaak?
Slide 23 - Mind map
Welke groepstaal woorden gebruik jij?
Slide 24 - Mind map
Aan het werk!
Afmaken:
Blok 1 t/m 5, Over Taal.
Maken:
Blok 6, Over Taal (herhaling);
Zelftoetsen blok 1 t/m 5 Over Taal.
Slide 25 - Slide
Zelfstandige verwerking
Brons: blz. 221, opdr. 13, 14
Zilver: blz. 221, opdr. 13, 14
Goud: blz. 221, opdr. 13, 14
Klaar?
Streep de opdrachten af op je takenkaart en kijk je werk na.
Klik op de link in de chat om verder te oefenen.
timer
20:00
Slide 26 - Slide
Evaluatie leerdoelen
Ik kan een voorzetsel in een zin herkennen en benoemen.
Slide 27 - Slide
Vooruitblik
In de volgende les gaan we verder met B5 Spelling.