Blok 5 Kijk naar taal 5.11- leenwoorden

Woordenschat

Herkennen van leenwoorden.
1 / 43
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Woordenschat

Herkennen van leenwoorden.

Slide 1 - Slide

Leenwoorden

Slide 2 - Slide

Oefenen met leenwoorden
Weet jij uit welke taal het leenwoord komt?

Slide 3 - Slide

Uit elke taal komt het woord:

spaghetti
A
Italiaans
B
Frans
C
Engels
D
Chinees

Slide 4 - Quiz

Uit elke taal komt het woord:

t-shirt
A
Italiaans
B
Frans
C
Engels
D
Chinees

Slide 5 - Quiz

Uit elke taal komt het woord:

cadeau
A
Italiaans
B
Frans
C
Engels
D
Chinees

Slide 6 - Quiz

Uit elke taal komt het woord:

croissant
A
Italiaans
B
Frans
C
Engels
D
Chinees

Slide 7 - Quiz

Uit elke taal komt het woord:

WhatsApp
A
Italiaans
B
Duits
C
Engels
D
Indonesisch

Slide 8 - Quiz

Uit elke taal komt het woord:

sowieso
A
Italiaans
B
Duits
C
Engels
D
Indonesisch

Slide 9 - Quiz

Uit elke taal komt het woord:

saté
A
Italiaans
B
Duits
C
Engels
D
Indonesisch

Slide 10 - Quiz

Uit elke taal komt het woord:

Computer
A
Italiaans
B
Duits
C
Engels
D
Indonesisch

Slide 11 - Quiz

Uit elke taal komt het woord:

toko
A
Italiaans
B
Duits
C
Engels
D
Indonesisch

Slide 12 - Quiz

Uit elke taal komt het woord:

chillen
A
Italiaans
B
Duits
C
Engels
D
Indonesisch

Slide 13 - Quiz

Uit elke taal komt het woord:

champignon
A
Frans
B
Chinees
C
Arabisch
D
Turks

Slide 14 - Quiz

Uit elke taal komt het woord:

wok
A
Frans
B
Chinees
C
Arabisch
D
Turks

Slide 15 - Quiz

Uit elke taal komt het woord:

toilet
A
Frans
B
Chinees
C
Arabisch
D
Turks

Slide 16 - Quiz

Uit elke taal komt het woord:

yoghurt
A
Frans
B
Chinees
C
Arabisch
D
Turks

Slide 17 - Quiz

Uit elke taal komt het woord:

cijfer
A
Frans
B
Chinees
C
Arabisch
D
Turks

Slide 18 - Quiz

Uit elke taal komt het woord:

autoriteit
A
Frans
B
Chinees
C
Engels
D
Turks

Slide 19 - Quiz

Uit elke taal komt het woord:

plastic
A
Frans
B
Chinees
C
Arabisch
D
Engels

Slide 20 - Quiz

Uit elke taal komt het woord:

analyseren
A
Frans
B
Engels
C
Duits
D
Turks

Slide 21 - Quiz

Uit elke taal komt het woord:

hypothese
A
Grieks
B
Latijn
C
Engels
D
Frans

Slide 22 - Quiz

Uit elke taal komt het woord:

überhaupt
A
Engels
B
Duits
C
Frans
D
Turks

Slide 23 - Quiz

Uit elke taal komt het woord:

anoniem
A
Latijn
B
Duits
C
Frans
D
Turks

Slide 24 - Quiz

Uit elke taal komt het woord:

bureau
A
Engels
B
Frans
C
Spaans
D
Turks

Slide 25 - Quiz

Uit elke taal komt het woord:

professor
A
Engels
B
Duits
C
Frans
D
Latijn

Slide 26 - Quiz

Uit elke taal komt het woord:

sultan
A
Arabisch
B
Grieks
C
Latijn
D
Turks

Slide 27 - Quiz

Uit elke taal komt het woord:

wetenschap
A
Duits
B
Grieks
C
Latijn
D
Engels

Slide 28 - Quiz

Uit elke taal komt het woord:

bodyguard
A
Frans
B
Grieks
C
Latijn
D
Turks

Slide 29 - Quiz

Uit elke taal komt het woord:

trottoir
A
Duits
B
Grieks
C
Latijn
D
Frans

Slide 30 - Quiz

Uit elke taal komt het woord:

mannequin
A
Frans
B
Grieks
C
Latijn
D
Turks

Slide 31 - Quiz

Uit elke taal komt het woord:

date
A
Duits
B
Engels
C
Latijn
D
Turks

Slide 32 - Quiz


A

Slide 33 - Quiz

Kijk naar taal - Talen
Nederlands is de officiële taal van Nederland. Dit is de taal die je op school leert. Voor veel mensen in Nederland is het Nederlands niet hun eerste taal.
  • Moedertaal
  • Dialect
  • groepstaal
  • Chattaal

Slide 34 - Slide

Kijk naar taal

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Video

Slide 37 - Video

Welke chattaal woorden gebruik jij vaak?

Slide 38 - Mind map

Welke groepstaal woorden gebruik jij?

Slide 39 - Mind map

Einde van de les

Slide 40 - Slide

Zelfstandige verwerking
  • Brons: blz. 221, opdr. 13, 14
  • Zilver: blz. 221, opdr. 13, 14
  • Goud: blz. 221, opdr. 13, 14

Klaar? 
  • Streep de opdrachten af op je takenkaart en kijk je werk na.
  • Klik op de link in de chat om verder te oefenen. 
timer
20:00

Slide 41 - Slide

Evaluatie leerdoelen


Ik kan een voorzetsel in een zin herkennen en benoemen. 

Slide 42 - Slide

Vooruitblik
In de volgende les gaan we verder met B5 Spelling.

Slide 43 - Slide