This lesson contains 16 slides, with text slides and 2 videos.
a. De bloedplaatjes scheuren open.
b. Er blijven bloedplasma en bloedcellen in draden hangen.
c. Er groeien nieuwe huidcellen.
d. Je krijgt een wondje.
e. Het korstje val eraf.
f. Er ontstaat een stolsel wat opdroogt.
g. Stof zet fibronogeen om in fibrine