Vertaal de volgende zinnen naar het Engels:
1. De vriend van mijn broer woont bij ons in de straat.
2. De kaft van dit boek is beschadigd door de regen.
3. Het is een rit van 2 uur.
4. Jij kunt de taart halen bij de bakker.
5. De schoenen van de kinderen lagen overal verspreid.
6. De fietsen van mijn zussen zijn nieuwer dan die van mij.
7. Ik heb wel zin in een kopje koffie.
8. Zij logeren in de stad New York.