This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 25 min
Items in this lesson
Goedendag
Vandaag gaan we herhalen & zelfstandig bezig
Slide 1 - Slide
Bacteriën planten zich meestal niet geslachtelijk voort, maar door deling. Bacteriën die uit één ouder ontstaan door deling, hebben hetzelfde genotype.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 2 - Quiz
In de kern van een lichaamscel van een mens zitten 23 chromosomen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 3 - Quiz
Bij de productie van bier en zuurkool wordt biotechnologie toegepast.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quiz
De eerste eenvoudige levensvormen leefden in het water.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quiz
DNA bevat informatie voor erfelijke eigenschappen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quiz
In spiercellen van een witte beer bevinden zich genen die deze witte vacht veroorzaken.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quiz
Het genotype kan je niet veranderen
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quiz
Elke celkern in de longen van koe Bertha bevat de complete informatie voor alle erfelijke eigenschappen van Bertha.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 9 - Quiz
Als baby heb je hetzelfde genotype als puber
A
Juist
B
Onjuist
Slide 10 - Quiz
Als baby heb je hetzelfde fenotype als puber
A
Juist
B
Onjuist
Slide 11 - Quiz
In een darmcel staan de genen voor oogkleur 'aan'
A
Juist
B
Onjuist
Slide 12 - Quiz
Meerkeuzevragen
Slide 13 - Slide
Welke van de onderstaande ontwikkelingen is een voorbeeld van evolutie?
A
De ontwikkeling van een embryo tot een baby
B
De ontwikkeling van een kuiken tot een kip
C
De ontwikkeling van zeeplanten tot landplanten
Slide 14 - Quiz
Een eicel van een plant bevat 16 chromosomen. Hoeveel chromosomen bevat een cel van een blad van deze plant?
A
8
B
16
C
32
D
64
Slide 15 - Quiz
Op welk moment komt het genotype van een baby tot stand?
A
Op het moment van de vorming van de eicel
B
Op het moment van de vorming van de zaadcel die de eicel bevrucht
C
Op het moment van de bevruchting van de eicel
D
Op het moment van de geboorte van de baby
Slide 16 - Quiz
Hoe wordt een plotselinge verandering van het genotype genoemd?
A
Een genetische modificatie
B
Een mutatie
C
Een uitzaaiing
Slide 17 - Quiz
Open vragen
Slide 18 - Slide
Welke geslachtschromosomen heeft een meisje?
Slide 19 - Open question
Waardoor heeft een mutatie in een lichaamscel meestal minder gevolgen dan een mutatie in een geslachtscel?
Slide 20 - Open question
Aan de slag
Ga nu bezig met:
- De test jezelf van basisstof 1 tot en met 5 (online)