De meeste Engelse zinnen hebben een vaste opbouw:
Onderwerp+werkwoord+rest
- Onderwerp=persoon/dier/ding waar de zin over gaat
- Zelfst.werkwoord geeft aan wat het onderwerp doet.(soms staan er meerder werkwoorden in de zin, de eerste hoort bij het onderwerp en heet persoonsvorm)
- De rest, is wat er over blijft van de zin.
I /am /at the airport