What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
1 havo lidwoorden en avoir
Chapitre 1: lidwoord en ''avoir''
De lidwoorden ''de/het'' en het lidwoord ''een''
de persoonlijke voornaamwoorden
het onregelmatige werkwoord ''avoir = hebben''
1 / 22
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
This lesson contains
22 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Chapitre 1: lidwoord en ''avoir''
De lidwoorden ''de/het'' en het lidwoord ''een''
de persoonlijke voornaamwoorden
het onregelmatige werkwoord ''avoir = hebben''
Slide 1 - Slide
Kies het juiste Franse lidwoord.
Où est ... amie de Marianne ? (de)
A
la
B
l'
C
le
D
les
Slide 2 - Quiz
Wat betekent je ?
A
ik
B
jullie
C
wij
D
ons
Slide 3 - Quiz
Hoe zeg je " jij " in het Frans?
A
Je
B
Tu
C
Il
D
Elle
Slide 4 - Quiz
Bij deze foto hoort:
A
il
B
elle
C
ils
D
elles
Slide 5 - Quiz
Welke lidwoorden hebben wij in het Frans?
A
le,la,les
B
le,la,les,un
C
le,la,les ,l', un
D
le,la,les ,l', un, une
Slide 6 - Quiz
welk lidwoord?
......poisson
meerdere mogelijkheden
A
le
B
la
C
un
D
une
Slide 7 - Quiz
welk lidwoord?
.....plage
meerdere mogelijkheden
A
le
B
la
C
un
D
une
Slide 8 - Quiz
welk lidwoord?
......chiens
A
le
B
la
C
les
Slide 9 - Quiz
Combineer:
il
elle
ils
elles
Lexy
Dilayra
Dane et Sam
Norah et Sasja
Slide 10 - Drag question
Wat is het Franse woord voor hij ?
A
elle
B
tu
C
il
D
ils
Slide 11 - Quiz
Wat betekent " Elles " ?
A
jullie
B
jij
C
wij
D
zij
Slide 12 - Quiz
Bij deze foto hoort:
A
Il
B
ils
C
elle
D
elles
Slide 13 - Quiz
j'
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
avoir (hebben)
Combineer de juiste vorm van
avoir
met het goede persoonlijk voornaamwoord
ai
as
a
avons
avez
ont
Slide 14 - Drag question
Vul de juiste vorm van avoir in:
J' ________ (avoir)
A
ai
B
as
C
ont
D
avons
Slide 15 - Quiz
Vul de juiste vorm van avoir in:
Ils ________ (avoir)
A
ai
B
ont
C
avez
D
avons
Slide 16 - Quiz
Vul de juiste vorm van avoir in:
tu ________ (avoir)
A
ai
B
as
C
a
D
avons
Slide 17 - Quiz
Vul de juiste vorm van avoir in:
Il ________ (avoir)
A
ai
B
as
C
a
D
ont
Slide 18 - Quiz
Vul de juiste vorm van avoir in:
Vous ________ (avoir)
A
avez
B
as
C
ont
D
avons
Slide 19 - Quiz
Vul de juiste vorm van avoir in:
Nous ________ (avoir)
A
ai
B
as
C
a
D
avons
Slide 20 - Quiz
Kies de juiste vorm van avoir:
Marie ________ (avoir)
A
ai
B
as
C
a
D
avons
Slide 21 - Quiz
Welk lidwoord hoort bij een Frans mannelijk zelfstandige naamwoord ?
Welk lidwoord hoort bij een vrouwelijk Frans zelfstandig naamwoord?
LE
LA
UNE
UN
Slide 22 - Drag question
More lessons like this
Le verbe avoir
December 2023
- Lesson with
20 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
Frans 1MHV voca + grammaire CH 0 + 1
October 2023
- Lesson with
39 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
1M - les voor SO
October 2023
- Lesson with
25 slides
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Formatieve check avoir + lidwoord
November 2024
- Lesson with
31 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
mp2ha
November 2022
- Lesson with
27 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1,2
Formatieve check avoir + lidwoord
August 2024
- Lesson with
31 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
T2 - avoir - être - faire
September 2024
- Lesson with
30 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Être en avoir
October 2022
- Lesson with
11 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1