What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
VD en BN
Voltooid deelwoord en bijvoeglijk naamwoord
1 / 21
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
This lesson contains
21 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Voltooid deelwoord en bijvoeglijk naamwoord
Slide 1 - Slide
Noem een
voltooid deelwoord
Slide 2 - Mind map
Voltooid
deelwoord (vd)
Het
voltooid
deelwoord is klaar, afgerond.
ge/be/ve/her etc.
Het komt altijd voor met het werkwoord
zijn, hebben
of
worden
.
d
of
t
? > Gebruik het 't Ex Kofschip
Het ongeluk is
gebeurd.
De man heeft
g
ebakken
.
Slide 3 - Slide
Wat is het voltooid deelwoord van..
fietsen
Slide 4 - Open question
Wat is het voltooid deelwoord van..
verhuizen
Slide 5 - Open question
Wat is het voltooid deelwoord van..
beantwoorden
Slide 6 - Open question
Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
Dat er ook 's winters iets in de tuin bloeit, heeft me altijd (verbazen).
Slide 7 - Open question
Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
Het witte t-shirt is in de was ..... (krimpen)
Slide 8 - Open question
pvtt of vd?
De relschopper belooft dat hij zijn gedrag verbetert.
verbetert is?
A
pvtt
B
vd
Slide 9 - Quiz
pvtt of vd?
Zij vinden dat ze wel een snoepje hebben verdiend.
Verdiend is?
A
pvtt
B
vd
Slide 10 - Quiz
Ik heb het gevoel dat ik het voltooid deelwoord beheers.
-1
10
Slide 11 - Poll
Slide 12 - Video
Bijvoeglijk naamwoord
(vd)
Soms wordt het voltooid als bijvoeglijk naamwoord gebruikt.
Regel: schrijf het woord zo KORT mogelijk op!
-
De
verwarde
man is vermist.
- De
verwarde
mannen zijn vermist.
- De
vertrokken
man is vermist.
Slide 13 - Slide
Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
De nieuwe spits kon niet aan de (wekken) verwachtingen voldoen.
Slide 14 - Open question
Het (witten) plafond.
A
gewite
B
gewitte
C
gewit
Slide 15 - Quiz
De (vergroten) foto.
A
vergrote
B
vergroote
C
vergrootte
D
vergrotte
Slide 16 - Quiz
Het (bakken) ei.
A
gebakte
B
gebakken
Slide 17 - Quiz
Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
De (ontslaan) medewerker zoekt nu een nieuwe baan.
Slide 18 - Open question
Deze pas (bestraten) weg zit nu al vol kuilen.
A
bestraten
B
bestraatte
C
bestraate
D
bestrate
Slide 19 - Quiz
De klanten waren tevreden over de (verrichten) werkzaamheden.
A
verrichtte
B
verrichten
C
verrichte
Slide 20 - Quiz
Ik heb het gevoel dat ik het bijvoeglijk naamwoord beheers.
-38
10
Slide 21 - Poll
More lessons like this
Werkwoordspelling (pv, vd, od en bn)
November 2021
- Lesson with
34 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Oefentoets werkwoordspelling
December 2020
- Lesson with
37 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
*Toets werkwoordspelling
April 2022
- Lesson with
42 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
toets ww
February 2022
- Lesson with
38 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
werkwoordspelling pto3 v2 oefenen
May 2023
- Lesson with
47 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Spelling werkwoorden les 2
December 2022
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
ww-spelling + gebiedende wijs herhaling klas 1 voor 2A3
December 2023
- Lesson with
31 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Les 2 - gebiedende wijs
February 2022
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2