Psychologie en sociologie jaar 2

Psychologie en sociologie jaar 2
1 / 30
next
Slide 1: Slide
ErgotherapieHBOStudiejaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Psychologie en sociologie jaar 2

Slide 1 - Slide

Wat weet je nog van positieve gezondheid?

Slide 2 - Mind map

Wat is de focus van positieve gezondheid?
A
Het focussen op medische behandelingen
B
Het benadrukken van ziekte en klachten
C
Het beperken van eigen regie
D
Het benadrukken van de veerkracht en mogelijkheden

Slide 3 - Quiz

Waar of niet waar?
Curatie is het mentale verzuim
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Wat wordt bedoeld met 'lichamelijke functies' in positieve gezondheid?
A
De gezondheid van het lichaam wordt bedoeld
B
Het vermogen van het lichaam om te sporten
C
Het uiterlijk van het lichaam
D
Het vermogen van het lichaam om te functioneren

Slide 5 - Quiz

Wat houdt 'Mentaal welbevinden' in bij positieve gezondheid?
A
De mogelijkheid om te kunnen omgaan met stress
B
Het hebben van veel vrienden
C
Altijd positief denken
D
Geen last hebben van emotionele problemen

Slide 6 - Quiz

Wat wordt verstaan onder 'Zingeving' in positieve gezondheid?
A
Geloven in een hogere macht
B
Het hebben van veel hobby's
C
Het hebben van betekenisvolle doelen in het leven
D
Het volgen van religieuze rituelen

Slide 7 - Quiz

Wat betekent 'Kwaliteit van leven' in positieve gezondheid?
A
Het hebben van een goede baan
B
Het ervaren van een prettig en zinvol bestaan
C
Het hebben van veel geld
D
Het hebben van een grote familie

Slide 8 - Quiz

Wat wordt bedoeld met 'Sociaal maatschappelijk participeren' in positieve gezondheid?
A
Het hebben van veel vrije tijd
B
Het actief deelnemen aan de samenleving
C
Het vermijden van sociale contacten
D
Het volgen van maatschappelijke trends

Slide 9 - Quiz

Niet aangeboren hersenletsel
thema 2.3

Slide 10 - Slide

Wat zijn de onzichtbare gevolgen van NAH?

Slide 11 - Mind map

Wat is een veelvoorkomend gevolg van niet aangeboren hersenletsel op lange termijn?
A
Verhoogde energieniveaus
B
Verbeterde concentratie
C
Geheugenproblemen
D
Versterking van cognitieve vaardigheden

Slide 12 - Quiz

Wat kan optreden als gevolg van niet aangeboren hersenletsel op lange termijn?
A
Versterkte emotionele stabiliteit
B
Persoonlijkheidsveranderingen
C
Verhoogde stressniveaus
D
Verbeterde sociale vaardigheden

Slide 13 - Quiz

Welk aspect van het leven kan negatief beïnvloed worden door niet aangeboren hersenletsel op lange termijn?
A
Relatiekwaliteit
B
Fysieke fitheid
C
Financiële stabiliteit
D
Werkvermogen

Slide 14 - Quiz

Welk sociaal aspect kan beïnvloed worden door niet aangeboren hersenletsel op lange termijn?
A
Isolatie
B
Toegenomen sociale activiteiten
C
Versterkte sociale netwerken
D
Verbeterde communicatievaardigheden

Slide 15 - Quiz

Wat noemt 40% van de patiënten de voornaamste klacht na NAH?

Slide 16 - Open question

Kinderen en IQ
thema 2.4

Slide 17 - Slide

Wat is een belangrijk instrument voor de diagnose van verstandelijke beperking?
A
Röntgenfoto
B
MRI-scan
C
Bloedonderzoek
D
Intelligentietest

Slide 18 - Quiz

Welke leeftijd is belangrijk voor de diagnose van verstandelijke beperking?
A
Ontwikkelingsleeftijd
B
Puberleeftijd
C
Kleuterleeftijd
D
Pensioenleeftijd

Slide 19 - Quiz

Welke factor is van invloed op de diagnose van verstandelijke beperking?
A
Sterrenbeeld
B
Windrichting
C
Zwaartekracht
D
Omgevingsinvloeden

Slide 20 - Quiz

Wat kan helpen bij de diagnose van verstandelijke beperking?
A
Handlezen
B
Gesprek met ouders/verzorgers
C
Telepathie
D
Zelfdiagnose

Slide 21 - Quiz

Welke methode wordt gebruikt voor de diagnose van verstandelijke beperking?
A
Horoscoop
B
DSM-5
C
Ouija-bord
D
Handleeskunde

Slide 22 - Quiz

Syndroom van down is het meest bekend, welke syndromen zijn er nog meer?

Slide 23 - Open question

Werkgeluk 
Thema 2.7

Slide 24 - Slide

Waar staan de 5 D's voor?

Slide 25 - Open question

Wat zijn onderdelen van werkgeluk?
A
Geld
B
Erkenning
C
Autonomie
D
Ontwikkeling

Slide 26 - Quiz

Wat is geen onderdeel van werkvermogen?

A
Werk
B
Normen en waarden
C
Gezondheid
D
Geld

Slide 27 - Quiz

Noem de 3 manieren om naar stress te kijken

Slide 28 - Open question

Wat zijn manieren van coping?

Slide 29 - Mind map


zijn er nog vragen? of dingen die ik vergeten ben?

Slide 30 - Open question