'Twee wegen' (herhaling verleden tijden/aspecten + BVBzin)

• Grieks
• Secundair onderwijs

'Twee wegen' 

(herhaling verleden tijden/aspecten + BVBzin)

1. a) Noteer de tijd van ἐδούλευεν (R1):

b) Noteer het aspect dat wordt uitgedrukt door de tijd van ἐδούλευεν :

2. a) Determineer ἐδεξατο (R2):

2. b) Noteer het aspect dat wordt uitgedrukt door de tijd van ἐδεξατο :

c) ἐδεξατο bevat een:

1. syllabisch augment
2. temporeel augment

3. Noteer naamval-functie(-rol) + kern/dominant van Κροίσου (R2):

4. a) Noteer de woordsoort van ᾗ (R4):

b) Noteer het antecedent van ᾗ :

c) Noteer naamval-functie(-rol) van ᾗ :

1. dat. V
2. dat. V bezitter
3. dat. BWB oorzaak
4. dat. BWB middel

d) Noteer een passende vertaling voor ᾗ in deze context:

1. waaraan
2. waarvoor
3. waarmee
4. waardoor

5. a) Noteer de woordsoort van ἑαυτῲ (R4):

b) Noteer naamval-functie(-rol) van ἑαυτῲ :

1. dat. V
2. dat. BWB voordeel
3. dat. HV
4. dat. MV

c) Naar wie of wat verwijst ἑαυτῲ ? Antwoord in het Nederlands:

6. Noteer de mediale vertaling van παρασκευάζεσθαι die past in de context van R5:

7. a) Determineer εἶχε (R6) :

8. a) Van wie kregen de Samiërs advies?

b) Welk advies kregen ze precies?

9. Determineer ἔλεξεν (R8) :

10. Noteer de kern van τοῦ βίου (R9):

1. Ἡ τύχη
2. δύο ὁδοὺς
3. τοῖς ἀνθρώποις

11. Noteer naamval-functie(-rol) van
τὴν μὲν ἕτεραν ὁδόν (R10):

11. Noteer naamval-functie(-rol) van • ἐλευθέροις (R10):

11. Noteer naamval-functie(-rol) van ἧς (R11)

11. Noteer naamval-functie(-rol) van ῥᾴδιον καὶ ἔντιμον (R11) :

12. Welke stijlfiguur gebruikt de verteller op R14 om duidelijk te maken dat de mening van de wijze slaaf Aesopus zeer overtuigend was?

13. Determineer προτιμωντες (R15):

13. Determineer ἀπέπεμψαν (R16) :

14. Noteer naamval-functie(-rol) van ἀπράκτους (R16):

15. a) Welk groot risico nemen de Samiërs met de actie die beschreven is in R16?

b) Wat is hun motivatie om dit grote risico toch te nemen?