Wat weet jij over het examen Nederlands?

Centraal Eindexamen Nederlands
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 25 min

Items in this lesson

Centraal Eindexamen Nederlands

Slide 1 - Slide

Blader het examen door
- Hoeveel teksten?
- Hoeveel vragen?
- Maak een tijdsindeling
- Omcirkel de vragen waarvoor je veel punten krijgt 
 

Slide 2 - Slide

Wat doe je als je in tijdnood komt?

Als je in tijdnood dreigt te komen, maak dan de vragen met de meeste punten eerst.

Slide 3 - Slide

Hoeveel tijd krijg je voor het CE Nederlands? (zonder extra tijd)
A
100 minuten
B
120 minuten
C
200 minuten
D
150 minuten

Slide 4 - Quiz

Wat neem je mee naar het CE Nederlands?

Slide 5 - Mind map

Woorden uit de vraag die je herhaalt in je antwoord worden meegeteld.
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quiz

Welke drie mogelijke schrijfopdrachten zijn er?

Slide 7 - Open question

Hoe citeer je op de juiste manier?
A
eerste en laatste twee woorden met drie puntjes ertussen
B
eerste twee en laatste twee woorden
C
eerste twee en laatste twee woorden met drie puntjes ertussen en aanhalingstekens
D
alleen de regelnummers

Slide 8 - Quiz

Vermeld je bij citaten regelnummers?
A
ja
B
nee

Slide 9 - Quiz

Als je per ongeluk een woord/naam verkeerd overschrijft, is dat een spelfout.
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quiz

Een fout die je vaker dan een keer maakt, wordt maar een keer foutgerekend.
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quiz

Foutief hoofdlettergebruik telt niet mee.
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quiz

Voor een meerkeuzevraag kun je altijd hooguit 1 punt verdienen.
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quiz

Antwoord: slikt
Jouw antwoord: links slikt
Dit antwoord wordt goedgerekend.
A
ja
B
nee

Slide 14 - Quiz

Welk type woorden moet je zeker leren?
A
Signaalwoorden
B
Werkwoorden
C
Verwijswoorden
D
Functiewoorden

Slide 15 - Quiz

Tekst 3 is altijd een advertentie. Welk tekstdoel heeft een advertentie?

Slide 16 - Open question

Sleep de verbanden naar de juiste signaalwoorden
timer
1:00
maar, daarentegen
Bijvoorbeeld, neem nou
Ten eerste, als laatste, ABC
Eerst, vervolgens, daarna
Doordat, waardoor
Tijdsvolgorde
Oorzaak- gevolg
Opsomming
Tegenstelling
Voorbeeld

Slide 17 - Drag question

Sleep het juiste tekstdoel naar het juiste plaatje.

Informeren
Amuseren

Activeren
Overtuigen

Slide 18 - Drag question

Verbeter de fout in deze zin:
'De reden dat ik u schrijf, is omdat ik een vraag heb.'

Slide 19 - Open question

Wat is juist?
A
Ik zit op hvx
B
Ik zit op HVX
C
Ik zit op HVX.
D
ik zit op HvX.

Slide 20 - Quiz

Disney neemt afscheid van de klassieke eigenschappen van de sprookjesprinses.

Rapunzel
afscheid disneyprinsessen
onderwerp
deelonderwerp
hoofdgedachte

Slide 21 - Drag question

Welk onderdeel van het CE is voor jou het lastigst en waarom?

Slide 22 - Mind map

Ik ga met vertrouwen het examen Nederlands maken. Ik weet waar ik op moet letten.

Slide 23 - Poll