This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Planning
Oefenen met lesstof van vorige les.
Vervolg uitleg H1
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Wat voor houding neemt de overheid aan t.a.v. zijn burgers in een verzorgingsstaat?
A
Passief
B
Actief
Slide 4 - Quiz
Met welke 2 gebieden bemoeit de overheid zich actief?
Slide 5 - Open question
Leg uit waarom een verzorgingsstaat alleen kan bestaan als mensen bereid zijn voor elkaar te betalen.
Slide 6 - Open question
Slide 7 - Slide
Opdracht 8a Welke pijler van de verzorgingsstaat herken je in de bron?
A
Onderwijs
B
Gezondheidszorg
C
Sociale zekerheid
Slide 8 - Quiz
Wie zijn de drie hoofdrolspelers in de verzorgingsstaat?
Slide 9 - Open question
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
8b Leg uit dat de drie hoofdrolspelers van onze verzorgingsstaat een rol hebben in dit eerste noodpakket aan maatregelen. Burgers - overheid - werkgevers/ werknemersorganisatie
Slide 15 - Open question
Slide 16 - Slide
Het recht op onderwijs geeft als plicht
Het recht op gezondheidzorg geeft als plicht
Het recht op sociale zekerheid geeft als plicht
stelt je verplicht om naar school te gaan.
Je zorgpremie te betalen
Je afspraken met de dokter na te komen
Je best te doen om je diploma te halen
Premies te betalen
formulieren eerlijk in te vullen
Slide 17 - Drag question
Internationaal vergeleken
Hoe kan het ook?
Het Angelsaksische model
Het Scandinavische model
Het Rijnlandse (of corporatistische) model
Slide 18 - Slide
1. Het Angelsaksische model
Geen uitgebreide sociale zekerheid
Liberale waarden: verantwoordelijkheid, vrijheid en eigen initiatief
vrijemarkt mechanisme
Ondernemersklimaat heeft prioriteit: uitgaven aan de publieke sector veel lager
Privéscholen en privéklinieken
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Video
Wat is in dit systeem de belangrijkste waarde?
A
vrijheid
B
gelijkheid
C
gezondheid
D
aanzien
Slide 21 - Quiz
Een verplichte zorgverzekering past ............ in dit model
A
wel
B
niet
Slide 22 - Quiz
2. Het Scandinavische model:
Flexicurity: flexibele arbeidsmarkt en een sterke sociale zekerheid. Werkloos? --> Individuele begeleiding, goede uitkering en uitgebreide verlofregelingen
Nadruk op gelijkheid: veel arbeidsparticipatie onder vrouwen
Hoge collectieve lastendruk door investeringen in onderwijs en kinderopvang
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Video
Het Scandinavische model is geëmancipeerder dan het Angelsaksische model
A
waar
B
niet waar
C
dat is gelijk
Slide 25 - Quiz
3. Het Rijnlandse (of corporatistische) model:
Mengelmoes van de twee modellen hiervoor
Vrije markt ingeperkt door sterke collectieve sector
Vrije markt ingeperkt door samenwerking overheid, werkgevers en vakbonden
Traditionele gezin op de voorgrond
Solidair?
Minder goed geregeld: onderwijs en kinderopvang
Slide 26 - Slide
Kenmerken modellen
Slide 27 - Slide
Om welk model gaat het: mensen gaan ondanks Corona naar hun werk, want ze zijn niet verzekert
A
Scandinavische model
B
Angelsaksische model
C
Rijnlandse model
D
Communistische model
Slide 28 - Quiz
In deze verzorgingsstaat is de rol van de overheid beperkt
A
Continentale
B
Scandinavische
C
Angelsakische
D
Geen van allen
Slide 29 - Quiz
Huiswerk
Maken in online WB verzorgingsstaat H1 opdracht EXTRA 2