What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Persoonlijk voornaamwoord + avoir (Herhaling)
Leerdoelen
1. Ik ken de persoonlijke voornaamwoorden in het Frans.
2. Ik kan het werkwoord "hebben" in het Frans vervoegen.
1 / 31
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
This lesson contains
31 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Leerdoelen
1. Ik ken de persoonlijke voornaamwoorden in het Frans.
2. Ik kan het werkwoord "hebben" in het Frans vervoegen.
Slide 1 - Slide
1. Ik ken de persoonlijke voornaamwoorden in het Frans.
Slide 2 - Slide
Wat is het persoonlijk voornaamwoord in de zin:
"Wij gaan naar het zwembad."
Slide 3 - Open question
Wat is het persoonlijk voornaamwoord in de zin:
"Zij gaan een nieuwe auto kopen."
Slide 4 - Open question
Noteer zoveel mogelijk persoonlijke voornaamwoorden in het Frans (met Nederlandse vertaling)
Slide 5 - Open question
Wat is het verschil tussen "ils" en "elles"?
Slide 6 - Open question
Leer ze uit je hoofd!
Slide 7 - Slide
Wat is het persoonlijk voornaamwoord in de zin:
"Elle parle français."
Slide 8 - Open question
ik
jij
hij
zij
men/we
wij
jullie/u
zij(m)
zij (v)
Les pronoms personnels
-
persoonlijk voornaamwoorden.
Je
Elles
Nous
il
Tu
Elle
Vous
ils
On
Slide 9 - Drag question
jij =
A
je
B
tu
C
il
D
elle
Slide 10 - Quiz
jullie =
A
ils
B
vous
C
nous
D
elle
Slide 11 - Quiz
on =
A
ik
B
jij
C
wij / men
D
zij
Slide 12 - Quiz
Ik =
Slide 13 - Open question
jullie =
Slide 14 - Open question
zij (mannelijk meervoud) =
Slide 15 - Open question
Noteer zoveel mogelijk persoonlijke voornaamwoorden in het Frans (met Nederlandse vertaling)
Slide 16 - Open question
2. Ik kan het werkwoord "hebben" vervoegen in het Frans.
Slide 17 - Slide
AVOIR ( = hebben)
AVOIR
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Video
j'
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
avoir (hebben)
Combineer de juiste vorm van
avoir
met het goede persoonlijk voornaamwoord
ai
as
a
avons
avez
ont
Slide 20 - Drag question
Jullie hebben =
A
vous avez
B
nous avons
C
tu as
D
on a
Slide 21 - Quiz
Hij heeft =
A
elle a
B
il a
C
tu as
D
j'ai
Slide 22 - Quiz
Jij hebt =
A
il as
B
tu a
C
tu as
D
il a
Slide 23 - Quiz
wij hebben =
A
nous avons
B
on a
C
vous avez
D
elles ont
Slide 24 - Quiz
De broers hebben =
Les frères ...
A
a
B
avez
C
avons
D
ont
Slide 25 - Quiz
Ik heb =
Slide 26 - Open question
U heeft =
Slide 27 - Open question
Sophie heeft =
Slide 28 - Open question
Noteer het hele rijtje van "avoir" (in het Frans)
Slide 29 - Open question
Vertaal naar het Frans:
Jij hebt een boek.
Slide 30 - Open question
Wat betekent deze zin in het Nederlands?
"Nous avons un livre."
Slide 31 - Open question
More lessons like this
Persoonlijk voornaamwoord + avoir
September 2024
- Lesson with
35 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Persoonlijk voornaamwoord + avoir
November 2024
- Lesson with
19 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Persoonlijke voornaamwoord + avoir
September 2022
- Lesson with
18 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Persoonlijke voornaamwoorden en ww. "avoir"
October 2022
- Lesson with
12 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Week 38 - Trede 1 + 3
September 2023
- Lesson with
26 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Avoir - liaison - '
October 2022
- Lesson with
17 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Persoonlijk voornaamwoorden + het werkwoord avoir
October 2023
- Lesson with
13 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Le verbe avoir (=hebben)
November 2022
- Lesson with
17 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1