Voor jouw/jou geldt hetzelfde als voor mijn/mij. 'Jouw' geeft een bezit aan (een bezittelijk voornaamwoord). Eigenlijk dezelfde functie dus als 'mijn'.
Mijn tas: Jouw tas
Mijn vakantie: Jouw vakantie
Jou geeft geen bezit aan en is een 'persoonlijk voornaamwoord'.