This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Symmetrie
Slide 1 - Slide
Lesdoelen
Na deze les:
Weet ik wat lijnsymmetrie is.
Kan ik de symmetrieassen in een figuur tekenen.
Kan ik figuren lijn symmetrisch maken
Slide 2 - Slide
Introductie
Overal om ons heen is symmetrie. Mensen vinden symmetrie mooi.
Mooie gebouwen en tuinen zijn vaak symmetrisch:
de linker- en de rechterhelft zijn dan hetzelfde.
Slide 3 - Slide
Lijnsymmetrie
Slide 4 - Slide
Vouwlijn
Je kunt de vlinder dubbelvouwen over de rode stippellijn. De twee helften passen dan precies op elkaar. Dit noemen we lijnsymmetrie.
Slide 5 - Slide
Lijnsymmetrie
Als twee helften elkaars spiegelbeeld zijn spreken we over lijnsymmetrie. Achterin je boek zit een spiegeltje. Hiermee kun je controleren of een figuur lijnsymmetrisch is. Leg het spiegeltje op de vouwlijn van de figuur.
Zie je nu de hele figuur dan is deze figuur lijnsymmetrisch.
Slide 6 - Slide
Welke figuren zijn lijnsymmetrisch?
A
Alleen het vliegtuig.
B
Alleen het verkeersbord.
C
Geen van beide.
D
Allebei.
Slide 7 - Quiz
Symmetrieas
Alleen het vliegtuig is lijnsymmetrisch.
Je kan het spiegeltje op de rode vouwlijn
leggen om dit te controleren.
Deze vouwlijn noemen we de symmetrieas.
Slide 8 - Slide
Symmetrieassen
Sommige figuren hebben meerdere symmetrieassen.
Het logo van Mercedes heeft
drie symmetrieassen.
Als je een symmetrieas tekent dan
loopt deze altijd door de figuur heen
en stopt niet bij de rand.
Slide 9 - Slide
Hoeveel symmetrieassen heeft deze figuur?
A
1
B
2
C
4
D
8
Slide 10 - Quiz
Uitleg
Er zijn 4 symmetrieassen.
Dit kun je controleren door het spiegeltje op de symmetrieassen te zetten.
Slide 11 - Slide
Hoeveel symmetrieassen heeft een vierkant?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 12 - Quiz
Hoeveel symmetrieassen heeft een rechthoek?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 13 - Quiz
Gelijkbenige driehoek
Een driehoek waarvan twee zijden even lang zijn,
noemen we een gelijkbenige driehoek.
Een gelijkbenige driehoek heeft precies 1 symmetrieas.
De symmetrieas staat loodrecht op zijde AB
en deelt deze zijde precies doormidden.
AC en BC zijn even lang (gelijke tekens).
hoek A is even groot als hoek B (gelijke tekens).
Slide 14 - Slide
Gelijkzijdige driehoek
Een driehoek waarvan alle drie de zijden even lang zijn,
noemen we een gelijkzijdige driehoek.
Een gelijkzijdige driehoek heeft 3 symmetrieassen.
AC , AB en BC zijn even lang
hoek A, hoek B en hoek C zijn even groot
Slide 15 - Slide
Oefenen
Maken:
Par. 4.1 opdr. 1 t/m 7 en U1 (blz. 10 t/m 14) Boek B
Slide 16 - Slide
Ik kan vertellen wat lijnsymmetrie is.
A
Ja.
B
Ja, maar ik moet nog wel oefenen.
C
Nee, ik heb nog extra uitleg nodig.
D
Nee, ik begrijp het nog niet zo goed.
Slide 17 - Quiz
Ik weet hoe ik symmetrieassen moet tekenen in een figuur.
A
Ja.
B
Ja, maar ik moet nog wel oefenen.
C
Nee, ik heb nog extra uitleg nodig.
D
Nee, ik begrijp het nog niet zo goed.
Slide 18 - Quiz
Ik weet welke tekens ik moet gebruiken om aan te geven dat zijden even lang zijn.
A
Ja.
B
Ja, maar ik moet nog wel oefenen.
C
Nee, ik heb nog extra uitleg nodig.
D
Nee, ik begrijp het nog niet zo goed.
Slide 19 - Quiz
Ik weet wat de deellijn van een hoek is.
A
Ja.
B
Ja, maar ik moet nog wel oefenen.
C
Nee, ik heb nog extra uitleg nodig.
D
Nee, ik begrijp het nog niet zo goed.
Slide 20 - Quiz
Ik weet hoe ik aan moet geven dat hoeken even groot zijn.