1. Vanaf de poort loop je
naast de fiets;
2. Bij binnenkomst hang je de jas in de gaderobe, of in je kluisje
3. Wachten op jouw les en pauzeren doe je in de aula, gaderobe of de ruimte voor de pitstop.
4. We houden de school en de omgeving schoon
5. Tijdens de les bepaalt de vakexpert (docent) of de mobiele telefoon is toegestaan.
6. Beeld- en geluidsopnames zijn verboden te maken
7. We gaan respectvol met elkaar en de spullen om.