Wederkerende ww

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Welkom

vrijdag 21 april 2023

Vandaag

• Lezen: lezen in je leesboek.
  
• Theorie grammatica lezen.
• Filmpje werkwoordspelling.
• Oefening werkwoordspelling.
• Aan de slag!
• Woordenlijst H1, boek 2.

Lezen

Lezen in je leesboek.

Opdracht bespreken

Bespreken van de grammatica opdracht.

Onderwerp

Naamwoordelijk of werkwoordelijk gezegde

Voorzetselvoorwerp

De aanvoerder

was tevreden

met de uitslag

Onderwerp

Gezegde

Lijdend voorwerp

Meewerkend voorwerp

Bijwoordelijke bepaling

Voorzetselvoorwerp

Die overtreding

kostte

hem

weer

Een gele kaart

Onderwerp

Gezegde

Lijdend voorwerp

Meewerkend voorwerp

Bijwoordelijke bepaling

Voorzetselvoorwerp

De conrector

heeft

haar

vanmorgen

al

het slechte nieuws

verteld

Onderwerp

Gezegde

Lijdend voorwerp

Meewerkend voorwerp

Bijwoordelijke bepaling

Voorzetselvoorwerp

Ik

ben

deze keer

benieuwd

naar de resultaten van deze oefening

Onderwerp

Gezegde

Lijdend voorwerp

Meewerkend voorwerp

Bijwoordelijke bepaling

Voorzetselvoorwerp

Hij

rekende

bij dit proefwerk

niet

op een voldoende

Onderwerp

Gezegde

Lijdend voorwerp

Meewerkend voorwerp

Bijwoordelijke bepaling

Voorzetselvoorwerp

Pieter

wil

later

architect

worden

Onderwerp

Gezegde

Lijdend voorwerp

Meewerkend voorwerp

Bijwoordelijke bepaling

Voorzetselvoorwerp

Tijdens het gesprek

gaf

de lerares

hem

een compliment

Theorie grammatica

• Wederkerende werkwoorden en voornaamwoorden.
  
• Wederkerig voornaamwoord: elkaar of elkander. ALTIJD!

Wat is een wederkerig voornaamwoord?

1. Ons
2. Me
3. Zich
4. Elkaar

Oefening werkwoordspelling

• Maak de opdracht van het blad.
  
• Bespreken van de opdracht.

Aan de slag

• Opdrachtenblad werkwoordspelling.
• Maak opdracht 5 en 6 van grammatica. Blz. 32-33.
  
• Bewaar je woordenlijst goed!
• Klaar? Verder met je boekendoos (17 mei) of presentatie (31 mei).

Terugblik

• Opdracht zinsontleding nagekeken.
  
• Uitleg wederkerende werkwoorden en voornaamwoorden.
  
• Oefening werkwoordspelling.
  
• Woordenlijst gekregen.

• Les van morgen: werken aan de boekendoos. Neem spullen mee!