MAW H4 Seneca H8: 8.2

Wat gaan we doen? H8: 8.2 


Gezag en Legitiem
Gezag op microniveau en macroniveau
Interne soevereiniteit (herhaling)
Representatie en representativiteit
Politieke instituties (herhaling) en voorbeelden
Punten waarop representatie betrekking kan hebben 
1 / 21
next
Slide 1: Slide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Wat gaan we doen? H8: 8.2 


Gezag en Legitiem
Gezag op microniveau en macroniveau
Interne soevereiniteit (herhaling)
Representatie en representativiteit
Politieke instituties (herhaling) en voorbeelden
Punten waarop representatie betrekking kan hebben 

Slide 1 - Slide

Noem een persoon met gezag

Slide 2 - Mind map

Slide 3 - Video

Gezag  en Legitiem
Gezag = macht die als legitiem beschouwd wordt.

Legitiem = (macht die) erkent en geaccepteerd wordt.


Slide 4 - Slide

Gezag op micro en macro niveau


Microniveau: 
Wanneer de macht van een persoon wordt erkent:
  • Persoonlijke kwaliteiten
  • Geleverde prestaties
  • De positie of functie die iemand heeft

Macroniveau:
Wanneer de macht van overheid wordt erkent: 
  • interne soevereiniteit

Slide 5 - Slide

Op welk niveau heeft je docent Duits gezag
A
micro
B
macro

Slide 6 - Quiz

Op welk niveau heeft de regering van Mark Rutte gezag
A
micro
B
macro

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Video

Wat is het verschil tussen representatie en representativiteit?

Slide 9 - Open question

Politieke instituties
Complex van min of meer geformaliseerde regels die het gedrag van mensen en hun onderlinge relaties rond politieke machtsuitoefening en politieke besluitvorming reguleren.


Slide 10 - Slide

Geef een voorbeeld van een politieke institutie

Slide 11 - Mind map

Voorbeelden politieke instituties
De rechtsstaat 
De grondwet
Het kiesstelsel 
De onafhankelijke rechterlijke macht
De regering, Tweede Kamer, Eerste Kamer
Politieke partij

Slide 12 - Slide

Representatie
De vertegenwoordiging van een groep in (politieke) organisaties door één of enkele betrokkenen die namens de groep optreden.

Slide 13 - Slide

Punten waarop representatie betrekking kan hebben:
  • Achtergrondkenmerkenzitten er voldoende  Friezen in de Tweede Kamer?
  • Standpunten; denkt de VVD wel genoeg aan de economie tijdens de Corona-crisis?
  • Besluiten; komen besluiten overeen met de standpunten die partijen hebben die het besluit namen?

Slide 14 - Slide

Representatie heeft in het volgende voorbeeld betrekking op:

De PVV vindt veiligheid en gezag van de politie enorm belangrijk, maar stemde in met bezuiniging op de politieopleiding.
A
achtergrondkenmerken
B
standpunten
C
besluiten
D
alle voorgaande antwoorden

Slide 15 - Quiz

Representatie heeft in het volgende voorbeeld betrekking op:
De meeste politici in de Tweede Kamer zijn hoogopgeleid.
A
achtergrondkenmerken
B
standpunten
C
besluiten
D
alle voorgaande antwoorden

Slide 16 - Quiz

Representatie heeft in het volgende voorbeeld betrekking op:
GroenLinks vroeg de regering om maatregelen die zorgen voor energiebesparing te verplichten.
A
achtergrondkenmerken
B
standpunten
C
besluiten
D
alle voorgaande antwoorden

Slide 17 - Quiz

Representativiteit
De mate waarin de (politieke) besluiten, de standpunten of achtergrondkenmerken van vertegenwoordigers overeenkomen met die van de groep die vertegenwoordigd wordt.

Slide 18 - Slide

De PVV vindt veiligheid en gezag van de politie enorm belangrijk, maar stemde in met bezuiniging op de politieopleiding.
In dit voorbeeld is de representativiteit:
A
hoog
B
laag

Slide 19 - Quiz

De meeste politici in de Tweede Kamer zijn hoogopgeleid.

In dit voorbeeld is de representativiteit
A
hoog
B
laag

Slide 20 - Quiz

GroenLinks vroeg de regering om maatregelen die zorgen voor energiebesparing te verplichten.

In dit voorbeeld is de representativiteit:
A
hoog
B
laag

Slide 21 - Quiz