6.13 Kijk naar taal

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 6.13 Kijk naar taal 
1.
Lesopening
2.
Lesdoel
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 6.13 Kijk naar taal 
1.
Lesopening
2.
Lesdoel
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

1. Lesopening
Pak je boek en schrift van Nederlands op tafel. Open je boek op blz 281.



Slide 2 - Slide

This item has no instructions

2. Lesdoel
Aan het eind van deze les:
- kun je de betekenis van een woord bedenken op grond van een tegengesteld woord
- kun je afkortingen opzoeken in een woordenboek
- kun je woorden indelen in categorieën 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

3. Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie.
Je maakt zelfstandig opdracht 26, 27, 28, 30 en 31 op blz 282 t/m 285.
Lars & Daan

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 
Angelo, Jules, Philip, Vince, Justin

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 
-

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Mini-check
Geen mini-check tijdens deze les.  
Iedereen doet mee met de instructie. 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Instructie
Tegenstelling
Als je een woord leest dat je niet begrijpt, lees je een stukje terug of een stukje verder. Soms zie je dan iets dat het tegenovergestelde is van het moeilijke woord. Dat helpt je om het moeilijke woord te begrijpen. 
Synoniem
Een ander woord met dezelfde betekenis.
Afbeelding bekijken
Een afbeelding kan helpen om de tekst beter te begrijpen. Denk aan een afbeelding bij een instructie. 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

tegengestelde woorden
De werknemers zijn nederig en bescheiden, maar de directeur is daarentegen vreselijk hautain.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

afkortingen

                    z.s.m. leren!!!

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

punten ertussen? = meerdere woorden

een punt aan het einde? = 1 woord

geen punten? = naam of veelgebruikt woord

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

zelfstandig naamwoord - werkwoord
de combinatie -             

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Angelo, Philip, Jules, Vince  jullie maken zelfstandig opdracht 26, 27, 28, 30 en 31 op blz 282 t/m 285.

Wie heeft nog extra instructie nodig (intensief)? - of had je alle vragen van de mini-check fout?  Wij maken samen opdracht ....

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

6. Zelfstandig werken
Je maakt nu zelfstandig opdracht 26, 27, 28, 30 en 31 op blz 282 t/m 285.


Ben je klaar?
Dan kijk je de opdracht na.
Daarna ga je in stilte lezen.
timer
1:00

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

7. Evaluatie 
Hoe ging de les?
Zijn er nog dingen die je lastig vindt?

- kun je de betekenis van een woord bedenken op grond van een tegengesteld woord?
- kun je afkortingen opzoeken in een woordenboek?
- kun je woorden indelen in categorieën?

                         

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk & Toetsen
Huiswerk LJ1: 
...dag ... juni
6.13 opdracht 26, 27, 28, 30 & 31

Toetsen LJ1: 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions